Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn zeven vindplaatsen aangetroffen, waaronder vier greppels,een duiker, een vermoedelijke vlonder of steiger en een oude woongrond. Twee van de vindplaatsen werden behoudenswaardig geacht: de woongrond en de vlonder/steiger. De beide behoudenswaardige vindplaatsen zijn, na overleg met de bevoegde overheid, opgegraven. De behoudenswaardige archeologische resten zijn geborgen en worden ex situ behouden. Hiermee heeft het onderzochte terrein haar archeologische waarde verloren en kunnen de werkzaamheden doorgang vinden.