Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op landgoed Heidehof te Eext, gemeente Aa en Hunze (D)

In het kader van de ontwikkeling van een natuurbegraafplaats en de daarvoor benodigde bestemmingsplanwijziging heeft ARC bv een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op het Landgoed Heidehof aan de Provincialeweg te Eext, gemeente Aa en Hunze. Het landgoed heeft een oppervlakte van 156 hectare en is grotendeels in gebruik als bos, heide, akker en weiland. De natuurbegraafplaats wordt gerealiseerd op het deel van het landgoed ten noorden van de Provincialeweg. Dit deel heeft een oppervlak van 34 hectare. Mogelijke bodemverstorende werkzaamheden bij de aanleg van de begraafplaats bestaan uit de bouw van een ontvangstruimte, de aanleg van een parkeerplaats en natuurlijk de begravingen zelf. Daarnaast zal een aanwezige dobbe worden uitgediept en het waterpeil worden verhoogd. Het bureau-onderzoek heeft betrekking op het gehele landgoed. Het inventarisserend veldonderzoeks uitgevoerd op de akkers ten noorden van de Provincialeweg. Dit gebied heeft een oppervlakte van circa 10 hectare. Volgens het bureau-onderzoek ligt het landgoed pal ten westen van de Hondsrug, op het Drents Plateau. Het Drents Plateau bestaat uit keileem met daarop dekzand. Binnen het plangebied liggen vijf dobben: één op het noordelijke deel en vier op het zuidelijke deel. De dobbe op het noordelijke deel lijkt een randwal te hebben en is waarschijnlijk een pingo-ruïne. Eén van de dobben op het zuidelijke deel is na eerder onderzoek ook een pingo-ruïne gebleken. Zowel binnen het noordelijke als zuidelijke deel ligt een droogdal, met de daarbij behorende hellingafzettingen, al dan niet afgedekt door deekzand. In de zandgronden heeft zich een veldpodzol ontwikkeld met grondwatertrap VII of VIII. Op het zuidelijke deel van het plangebied liggen zeven grafheuvels uit het Neolithicum en Bronstijd. Zes hebben de status van beschermd archeologisch monument van zeer hoge waarde. Daarnaast zijn binnen het plangebied diverse vuursteen- en aardewerkvondsten uit het Neolithicum en de Bronstijd gedaan. Op basis van deze vondsten hebben twee terreinen op het noordelijke deel de status van monument van archeologische waarde. Vanaf de Late Middeleeuwen tot circa 1930 maakt het plangebied deel uit van een groot heidegebied, het Eexter Veld. In 1929 wordt het landgoed Heidehof gesticht en worden delen van de heide ontgonnen en in gebruik genomen als bos (met name zuidwestelijke terreindeel) of als akkerland (met name het noordelijke en zuidoostelijke terreindeel). Op een aantal percelen is de heide in stand gehouden. In 1996 komt het landgoed in bezit van de huidige eigenaar en wordt op een deel van het akkerareaal bos aangeplant of bloemrijk grasland gerealiseerd. Bij de bosaanplant, zowel in de jaren ’30 en ’90 is het terrein diepgeploegd tot 70 `a 90 cm –mv. Door de grote hoeveelheid archeologische resten uit de prehistorie heeft het onderzoeksgebied in principe een hoge verwachting voor resten uit de periodes Laat-Paleolithicum–IJzertijd en met name het Neolithicum en de Bronstijd. Door de aanplant van bos in de 20e eeuw en het daarmee gepaardgaande diepploegen is een groot deel van het archeologische archief op de locatie zeer waarschijnlijk verloren gegaan, aangezien archeologische resten en sporen uit de prehistorie in zandgebieden zelden diep zitten. Hierdoor kan voor de beboste terreindelen worden uitgegaan van een lage archeologische verwachting. De terreindelen die nog als akkerland in gebruik zijn, zijn door ontginning waarschijnlijk minder aangetast. Voor deze delen blijft de hoge verwachting bestaan. Ook voor de nooit ontgonnen heidegebieden en de beschermde monumenten binnen het plangebied blijft de hoge verwachting bestaan. Uit het inventariserend booronderzoek is uitgevoerd op het akkerland ten noorden van de Provincialeweg is gebleken dat de bodemopbouw inderdaad bestaat uit dekzand op keileem. De bodem binnen het dekzandgebied is grotendeels verstoord. Slechts in het westelijke deel van de akker is een compleet podzolprofiel aangetroffen. Verder is bevestigd dat de dobbe een pingo-ruïne is met een diepte van maximaal 8 m. De bijbehorende randwal is ten westen van de pingo-ruïne nog wel zichtbaar, maar afgetopt. De grond is gebruikt om de pingo-ruïne op te vullen. De opvulling van de pingo-ruïne bestaat van boven naar onder uit veenmosveen, amorf veen, gyttja en humeuze leem. Onder de opvulling is glimmerhoudend zand van de Formatie van Peelo aangetroffen. In boring 12, op het diepste punt, is de hele opeenvolging compleet intact. Op basis van het bureau- en booronderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken en bijbehorende aanbevelingen worden gedaan: De tereindelen waar in de 20e eeuw bos is aangeplant, zijn door de daarmee gepaard gaande diepploegwerkzaamheden waarschijnlijk dusdanig verstoord, dat er geen intacte archeologische resten of sporen meer te verwachten zijn en dus een lage verwachting hebben. Voor deze gebieden wordt vrijstelling geadviseerd in het bestemmingsplan. De terreindelen die altijd heide zijn gebleven, zijn niet verstoord en hebben daardoor een hoge verwachting voor grafvelden en nederzettingsresten uit de periode Laat-Paleolithicum–IJzertijd. Voor deze terreindelen wordt een archeologische dubbelbestemming geadviseerd. Dit geldt ook voor de beschermde monumnentterreinen. De akkers ten noorden van de Provincialeweg zijn door middel van een inventariserend booronderzoek onderzocht. Hier bleek de podzolbodem maar op een klein deel intact te zijn. Voor het deel met de intacte bodem blijft de hoge verwachting bestaan. voor dit deel wordt een archeologische dubbelbestemming aanbevolen. Verder wordt de aanbeveling gedaan om dit gebied bij de ontwikkeling van de natuurbegraafplaats door middel van planinpassing te ontzien. Voor het deel waar de bodem is verstoord kan de verwachting naar laag worden bijgesteld en wordt vrijstelling geadviseerd. Op het noordelijke terreindeel ligt een pingoruïne met een grotendeels intacte opvulling. De vulling van de pingoruïne loopt zeer waarschijnlijk door op terreindelen ten noorden en zuiden van de met het booronderzoek onderzochte akkers en is ook hier mogelijk nog deels intact. De pingoruïne kan als dumpsite hebben gediend en heeft daardoor een hoge archeologische verwachting. Daarnaast heeft de intacte opvulling een grote aardwetenschappelijke waarde als klimaats- en vegetatiearchief vanaf het Laat-Glaciaal. Geadviseerd wordt om aan de pingo-ruïne een archeologische en aardwetenschappelijke dubbelbestemming toe te kennen. Voorts wordt geadviseerd om bij het uitdiepen alleen de aanwezige dempingslaag te verijderen en het gebied rond boring 12 intact te laten. Voor de terreindelen waarvoor vrijstelling wordt geadviseerd, blijft wel de meldingsplicht conform art. 53 uit de Monumentenwet van 1988 van kracht.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-238-x4cp
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-irae-ff
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-xdb-xwh7
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-x7y-x5w9
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:53444
Provenance
Creator Verboom-Jansen, M.; Thijs, W.J.F.; Wullink, A.J.
Publisher ARC bv
Contributor ARC bv
Publication Year 2013
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; csv
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.715 LON, 52.999 LAT); 12G; landgoed Heidehof; Eext; Aa en Hunze; Drenthe