Het onderzoek heeft plaatsgevonden op de binnenplaats van het burgerweeshuis aan de Bagijnenstraat 9-11. Het burgerweeshuis ligt in het bouwblok dat wordt omsloten door de Bagijnenstraat in het noordoosten, de Kuiperstraat in het noordwesten, de Nieuwstraat in het zuidwesten en de Engestraat in het zuidoosten
De oudste sporen dateren ongeveer tussen 800 en 950. Het gaat om enkele kuilen en een paalkuil. Deze sporen worden afgedekt door een pakket ophogingslagen zonder bijmenging van baksteen, vermoedelijk een akkerpakket bestaande uit humeuze lagen die ongeveer tussen 950 en 1250 dateren. uit de 13de eeuw dateert een op het terrein aangetroffen haardplaats. uit deze periode zijn verder geen bewoningssporen aangetroffen. De haard wordt afgedekt door een pakket homogene ophogingslagen met baksteenbijmenging. Ook dit pakket duidt op het gebruik van het terrein als akker of tuin. Het pakket dateert tussen 1250 en 1475. Vanaf dat moment worden er meerdere afvalkuilen op het terrein gegraven. Tegelijkertijd veranderde het karakter van de ophogingslagen van sterk gehomogeniseerde horizontale lagen in kleinere, scherp begrensde individueel opgebrachte lagen. Deze fase in de ontwikkeling is toe te schrijven aan het begijnhuis op het perceel. Na circa 1580, toen het complex in gebruik kwam als burgerweeshuis, verloopt de ophoging volgens hetzelfde patroon als in de voorgaande periode. Na grofweg 1575 worden er binnen het opgegraven areaal echter geen afvalkuilen meer gegraven. mogelijk was het terrein in deze fase verhard en werden de afvalkuilen elders gegraven. mogelijk was een bakstenen beerput nog wel tijdens de weeshuisfase in gebruik.