Plangebied rotonde Rotterdamseweg-Van Hogendorplaan te Vlaardingen, gemeente Vlaardingen; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend en deels karterend booronderzoek)

In opdracht van de gemeente Vlaardingen heeft RAAP in juni -juli 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend en deels karterend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied rotonde Rotterdamseweg-Van Hogendorplaan te Vlaardingen in de gemeente Vlaardingen. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning. Op basis van het bureauonderzoek geldt een lage verwachting voor resten uit het laat -neolithicum en de bronstijd. Voor archeologische bewoningsresten uit de ijzertijd/Romeinse tijd geldt een hoge verwachting voor kreek(oever)afzettingen van het Vlaardingenstelsel (voormalig Duinkerke -I). Voor ontwaterd veen geldt een middelhoge verwachting voor resten uit deze periode. Er geldt een zeer hoge verwachting voor een laatmiddeleeuwse dijk ter plaatse van de Van Hogendorplaan. Er geldt bovendien een hoge verwachting voor bewoning uit de nieuwe tijd direct aan de westkant van de te verwachten dijk, waar de boerderij Nieuwland heeft gelegen. Om de verwachte bodemopbouw te toetsen zijn verkennende boringen gezet in een raai langs de Rotterdamseweg. Om de verwachte Oude Dijk op te sporen zijn de boringen in de buurt van de verwachte loop ervan karterend ingestoken. Op basis van het veldonderzoek is een bodemopbouw aangetroffen van een opgebracht pakket van circa 1m dik op mogelijk een dun pakket behorend tot het Vlaardingendek (Duinkerke-III), of direct op kreekafzettingen van het Vlaardingenstelsel (Duinkerke-I). Deze kreekafzettingen zijn plaatselijk ingesneden in een pakket van afwisselend komklei en Hollandveen, in een enkel geval liggen deze kreekafzettingen op oudere kwelder. Onder het Hollandveen is vanaf circa 3,75 m –mv wadklei aanwezig, geïnterpreteerd als het Laagpakket van Wormer. Van het verwachte dijklichaam in de buurt van de Van Hogendorplaan zijn geen duidelijke aanwijzingen aangetroffen. In deze boringen (boringen 2 en 3) werden restanten van een dijklichaam verwacht dat onder zijn eigen gewicht de ondergrond is gezakt en daarom grotendeels bewaard zou zijn gebleven. In boring 2 is een diepe verstoring aangetroffen tot circa 2,5 m –mv. In boring 3 lijkt het opgebrachte pakket direct op het oude maaiveld in het laatmiddeleeuwse dek te liggen, wat geleidelijk overgaa t in oudere kreekafzettingen. Er lijkt dan ook geen sprake te zijn van dijklagen op de locatie van de gezette boringen. Mogelijk is de verstoring in boring 2 te verklaren als een van de sloten die in het plangebied hebben gelopen langs de dijk of rondom de boerderij Nieuwland. De verwachting voor laat neolithicum en bronstijd blijft laag, de hoge verwachting voor bewoningsresten uit de ijzertijd/Romeinse tijd in kreekafzettingen van het Vlaardingenstelsel kan gehandhaafd blijven in het plangebied. Het Hollandveen is geërodeerd door latere kreken, veraard/ontwaterd veen is niet aangetroffen. Voor het laatmiddeleeuwse-nieuwetijdse niveau in het Vlaardingendek blijft de verwachting hoog voor bewoningsresten. De zeer hoge verwachting voor een laatmiddeleeuws dijklichaam kan naar beneden worden bijgesteld naar laag. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Daarom wordt geadviseerd om de werkzaamheden uit te voeren in de ophogingslaag in de bovenste 95 cm van de bodem. Indien dit niet mogelijk is, wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming de onderstaande vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen. Om de gespecificeerde verwachting te toetsen wordt vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een karterende fase van een inventariserend veldonderzoek. Gezien de prospectiekenmerken is een onderzoek met behulp van zoeksleuven de geëigende methode voor vervolgonderzoek (zie ook https://pom.cultureelerfgoed.nl). Een dergelijk proefsleuvenonderzoek kan worden uitgevoerd in de variant ‘archeologische begeleiding’. Een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) variant archeologische begeleiding betekent dat bij de civiele bodemingrepen een archeologisch team aanwezig is om in eerste instantie te beoordelen in hoeverre de bodem reeds verstoord is (en verdere begeleiding nuttig en zinnig) en in tweede instantie om eventueel aangetroffen archeologische resten te documenteren en vondsten veilig te stellen. Gezien de aard van de ingrepen en de begeleiding kan een directe doorstart naar een opgraving van toepassing zijn. Het verdient aanbeveling om in de planning ruimte op te nemen om deze documentatie mogelijk te maken. Het valt te verwachten dat de gemeente bij de verlening van de omgevingsvergunning dit als verplichtende voorwaarde zal opnemen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-28r-qevp
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-68-o80t
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:241799
Provenance
Creator Wolzak, J.A.
Publisher RAAP Archeologisch adviesbureau
Contributor RAAP Archeologisch adviesbureau
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; .pdf; .xlsx
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.358 LON, 51.916 LAT); Netherlands