Drie stolpen na elkaar

In januari 2016 is een opgraving uitgevoerd op het perceel Zuidermeerweg 5. Op deze plek stond een stolpboerderij, die begin 2016 wegens bouwvalligheid is afgebroken. De dijk die langs het perceel loopt (nu de Zuidermeerweg geheten), droeg oorspronkelijk de naam Molendijk en is in 1537 aangelegd. Enkele dunne ophogingslagen binnen het plangebied dateren uit de decennia hierna. Er zijn geen duidelijke aanwijzingen dat het perceel in deze tijd werd bewoond.

Uit historische gegevens is bekend dat rond 1728 op het perceel een stolpboerderij is gebouwd. Op basis van een kaart uit 1823 kan worden gezegd dat het ging om een Noord-Hollandse stolp, met darsdeur in de achtergevel, de stal met staart langs de zuidelijke zijgevel en de woonvertrekken aan de voorkant. Uit de kadastergegevens blijkt hiernaast dat in 1877 een nieuwe stolp is gebouwd. De meeste gevels van de afgebroken stolp dateerden uit dat jaar. De nieuwe stolp was wederom van het Noord-Hollandse type en had dezelfde indeling als de stolp uit circa 1728. Bij aanvang van het onderzoek was niet duidelijk of de 19de-eeuwse stolp op precies dezelfde plek was gebouwd als de 18de-eeuwse stolp. Het was bovendien de vraag of het vierkant uit de 18de eeuw was hergebruikt in de 19de-eeuwse stolp. Op basis van het bouwhistorisch, dendrochronologisch en archeologisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de stolp uit circa 1728 enkele meters meer naar het westen stond dan de stolp uit 1877 en dat bij de bouw in 1877 een nieuw vierkant is gemaakt. Alleen door de combinatie van verschillende onderzoeksmethoden is het mogelijk om tot deze conclusie te komen. Wanneer uitsluitend archeologisch onderzoek was gedaan, was het veel lastiger geweest, of zelfs onmogelijk, om de geschiedenis van het perceel te reconstrueren. Dit komt onder meer doordat voor de bouw van de stolp in 1877 gebruik is gemaakt van hergebruikte bakstenen. Het type baksteen geeft daarom geen informatie over het bouwjaar van de boerderij, met als gevolg dat uitsluitend op basis van de archeologische gegevens de bouw van de stolp kan niet worden gedateerd.

Van de stolp uit circa 1728 is bij het archeologisch onderzoek vrij weinig teruggevonden. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard. In de eerste plaats is tijdens het archeologisch onderzoek slechts één vlak aangelegd op het niveau van de stolp uit 1877 en zijn slechts enkele diepere gaten gegraven. Hierdoor zijn ongetwijfeld sporen gemist. Hiernaast zijn bij de bouw van de stolp uit 1877 veel sporen van de oudere stolp weggegraven, doordat op dat moment sleuven voor grondverbetering zijn gemaakt. De bakstenen uit de oude funderingen zijn vermoedelijk hergebruikt om ze te kunnen hergebruiken in de fundering van de nieuwe boerderij. Desondanks was het logisch geweest als meer van de 18de-eeuwse stolp was teruggevonden. De veronderstelde locatie van de oostelijke en westelijke wand van de hooiberg (met vermoedelijk een haard) zijn bijvoorbeeld niet verstoord door de 19de-eeuwse stolp, maar toch is hier niets van teruggevonden. Het betekent dat de fundering van de oudste stolp erg licht moet zijn geweest, dus een ondiepe bakstenen fundering op staal. Dit wordt bevestigd door het enige stukje muurwerk dat van de oudste stolp is gevonden, namelijk de muur op de locatie van de darsdeuren. Mogelijk waren (sommige) muren van de oudste boerderij onderheid met korte palen; op één plek zijn hier aanwijzingen voor gevonden. Een ander spoor dat met zekerheid aan de oudste stolpboerderij kan worden gekoppeld, is een waterput. Deze bevond zich op de grens van de hooiberg en stal, een plek waar bij de meeste stolpen een waterput zit. Onder het looppad van de stal is een rij poeren gevonden, waarvan de functie en datering niet zeker is. Mogelijk houden zij verband met een houten vloer in het looppad, maar hiervoor zijn geen parallellen bekend. Achter de achtergevel van de oudste stolp zijn verder restanten van een bestrating en een verhardingslaag gevonden. Op basis van de aangetroffen sporen en de kaart uit 1823 kan de indeling van de stolp uit circa 1728 globaal worden gereconstrueerd. Voor de stolp kan worden gezegd dat deze inpandig niet was voorzien van een voorraad- of waterkelder. De stal van de boerderij was ongeveer 23 meter lang en bood daarmee plaats aan ongeveer 23 koeien. Het is onzeker of sprake was van een extra stal (korte regel) aan de achterkant van de boerderij.

In 1877 is de 18de-eeuwse boerderij afgebroken en is ongeveer vier meter naar het oosten een nieuwe stolp gebouwd. De oriëntatie van beide stolpen was gelijk en de zijgevels bevonden zich op dezelfde lijn. Voor de nieuwe stolp is in 1877 een nieuw vierkant gemaakt. Voor een deel van dit vierkant is gebruik gemaakt van nieuw aangekocht hout, namelijk grenenhout voor de vier stijlen en vurenhout voor de twee overstekbalken. De twee dekbalken en twee bovenbalken zijn gemaakt van oude balken. Het is goed mogelijk dat deze balken uit het vierkant van de afgebroken 18de-eeuwse stolp afkomstig zijn en dus zijn hergebruikt in de nieuwbouw. De nieuwe stolp mat 18,90 bij 16,90 en had de opzet van een klassieke Noord-Hollandse stolp. Aan de voorzijde lagen twee woonvertrekken met houten vloer. In een van de kamers was een haard aanwezig, met aan weerszijden een bedstede. Mogelijk waren oorspronkelijk in het andere woonvertrek ook bedstedes aanwezig. Het feit dat in de zijgevel geen ramen waren aangebracht, maakt dit aannemelijk. Langs de zuidelijke zijgevel lag de lange regel, waar waarschijnlijk plaats was voor zeventien koeien. In de stal was geen waterput aanwezig. Dit is niet vreemd: in de 19de eeuw blijkt bij veel stolpboerderijen de waterput voor het drinkwater van de koeien buiten de stolp te liggen. Aan de achterkant van de boerderij bevond zich een extra stal, de korte regel genaamd, waar plaats was voor nog zes koeien. De korte regel is direct bij de bouw in 1877 gebouwd. Dit is interessante informatie, want bij andere boerderijen uit eind 19de eeuw blijkt dit niet het geval te zijn: de korte regel is hier later toegevoegd. In de korte regel was een tweede haard aanwezig, met opnieuw een bedstede aan weerszijden. In de zomer, als de koeien buiten stonden, werd in de korte regel gewoond. Over de stolp kan verder worden vermeld dat deze geen voorraadkelder of grote melkkelder had. Het gebied was mogelijk te nat voor een dergelijke constructie. Ook is inpandig geen waterkelder gevonden. Achter de boerderij, tegen de schuur aan, is wel zeker een waterkelder aanwezig.

Het gebied rond Berkhout kenmerkt zich door een slappe bodem. Dit is terug te zien in de wijze van funderen van stolpboerderijen, maar ook gewone woonhuizen, in dit gebied. Bij veel gebouwen zijn namelijk spaarbogen toegepast als fundering. Bij diverse onderzochte stolpboerderijen zijn zij gedocumenteerd. Bij de hier besproken stolpboerderij Zuidermeerweg 5 waren verrassend genoeg geen spaarbogen toegepast. In plaats daarvan is gekozen voor een andere funderingsmethode, namelijk grondverbetering met zand. Dit was waarschijnlijk aanzienlijk goedkoper dan het bouwen met spaarbogen, maar vermoedelijk wel minder sterk. De grondverbetering was toegepast onder de buitengevels, alle binnenwanden en zelfs onder de mestgoten met lage muurtjes aan weerszijden. Onder deze structuren waren sleuven uitgegraven, die waren opgevuld met schoon zand. Onder de vierkantpoeren en de beide haarden was geen grondverbetering toegepast. In plaats daarvan was een diep, massief bakstenen fundament gemaakt tot een flink stuk in de natuurlijke kleibodem. Voor de bakstenen funderingen was voornamelijk gebruik gemaakt van brokken van steeds dezelfde soort bakstenen. Het gaat om hergebruikt bouwmateriaal dat vermoedelijk afkomstig is van de 18de-eeuwse voorganger.

De vraag is waarom de stolp uit circa 1728 in 1877 is vervangen door een nieuwe stolpboerderij. Wat betreft grootte, indeling en omvang van de stalruimte en hooiopslag waren beide stolpen ongeveer gelijk. De reden voor vernieuwing moet daarom waarschijnlijk worden gezocht in de lichte fundering van de 18de-eeuwse stolp. Deze stolp had vermoedelijk rondom houten gevels, die aanzienlijk lichter waren dan bakstenen gevels. In de tweede helft van de 19de eeuw zijn bij veel stolpboerderijen de houten gevels vervangen door bakstenen gevels. Vaak is op dat moment ook een nieuwe fundering rond de buitengevels gemaakt. Bij de boerderij aan de Zuidermeerweg is niet hiervoor gekozen, maar in plaats daarvan is een compleet nieuwe boerderij gemaakt. De vermoedelijk matige staat van het oude vierkant en de funderingen van bijvoorbeeld de binnenmuren, vierkantpoeren en haard(en) zal hiermee samenhangen.

In 2016 en 2017 is op de plek van de afgebroken stolpboerderij een nieuwe stolp gebouwd. Het vierkant uit 1877 is hierbij hergebruikt, hoewel enkele onderdelen zijn vernieuwd. Het is de derde stolpboerderij die op dit perceel is gebouwd.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xu3-r4qt
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-fz-65ou
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:83301
Provenance
Creator Duijn, D.M.
Publisher Archeologie West-Friesland
Contributor Stellingwerf, W.
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; image/jpeg; access / accdb; excel / xlsx; illustrator / ai
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.959 LON, 52.650 LAT); Zuidermeerweg 5; Zuidermeer; Gemeente Koggenland; Noord-Holland