In november 2012 heeft Oranjewoud in opdracht van dhr. Rens Joosen een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Korenbocht 6 te Oosterhout, gemeente Oosterhout (NB). Het archeologisch onderzoek bestond uit een bureauonderzoek, gevolgd door een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen. Procedureel wordt het archeologisch onderzoek uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanprocedure om de sloop van de bestaande schuur mogelijk te maken als ook de bouw van twee woningen. Het plangebied ligt in het Noord-Brabantse Zandlandschap, waarbij de ondergrond wordt gevormd door het jonge dekzand. Het plangebied ligt ingeklemd tussen een ouder gedeelte van het Wilhelminakanaal (met zwaaikom) en een recentere verbinding tussen het Wilhelminakanaal en het Markkanaal. Hierdoor is het onderzoeksgebied omgevormd tot een kunstmatig schiereiland. Op de gemeentelijke beleidskaart ligt het plangebied in een zone waarvoor een middelhoge verwachting is vastgesteld. Indien een ingreep een groter planoppervlak heeft dan 100 m2 en dieper gaat dan 0,5 m -mv, is een omgevingsvergunning vereist. Op basis van het bureauonderzoek gold voor het plangebied een middelhoge kans op de aanwezigheid van archeologische waarden. Daarnaast werd er rekening mee gehouden dat het gebied onder er rondom de te slopen schuur verstoord zou zijn als gevolg van de bouw ervan. Daarnaast werd rekening gehouden met een beperktere verstoring van het bodemprofiel als gevolg van eerdere agrarische grondbewerking. Het veldonderzoek heeft aangetoond dat de bodem binnen het plangebied tot diep in de C-horizont is verstoord, en dat deze verstoring rondom de te slopen schuur het sterkst is: tot 1,0 à 1,1 m - mv. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek alsmede de te verwachten verstoring onder de (onderkelderde) schuur wordt in tegenstelling met de verwachtingen de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden laag ingeschat. (Selectie)advies Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied, en met name de oostelijke helft ervan, laag ingeschat. Hier is immers soprake van een tot minimaal 1,0 m - mv verstoord bodemprofiel is de C-horizont duidelijk vrij diep verstoord. Bovendien wordt verwacht dat de bodem onder de (onderkelderde) schuur tot op grotere diepte is verstoord. Bovendien zullen de voorgenomen bodemverstorende activiteiten beperkt blijven tot de zone van de betreffende schuur (hier worden immers twee bouwkavels gerealiseerd). Dientengevolge wordt aanbevolen om het plangebied voor wat betreft archeologie vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon 033-4227682). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook.