De onderzoekslocatie ligt in een gebied met Jonge Duinen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Schoorl). Hierdoor heeft de onderzoekslocatie een middelhoge trefkans op archeologische resten en/of sporen vanaf het Neolithicum. Op de onderzoekslocatie worden duinvaaggronden verwacht. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn mogelijk archeologische resten vanaf de Romeinse Tijd bekend, maar in ieder geval vanaf de Late Middeleeuwen. Deze waarnemingen zijn echter niet op Jonge Duinen gedaan. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn in de Jonge Duinen geen begraven bodemhorizonten in de bodem aangetroffen.
Tussen de 17e eeuw en 1900 was de onderzoekslocatie onbebouwd duinland. Tussen 1916 en 1950 is het hotel op de onderzoekslocatie gerealiseerd. Ter plaatse van de huidige bebouwing is het bodemprofiel waarschijnlijk al deels verstoord.
Tijdens het verkennende booronderzoek zijn de verwachte Jonge Duinen aangetroffen. Het bodemprofiel op de onderzoekslocatie is grotendeels tot 90 á 170 cm –mv vergraven. In het vergraven pakket is recent puin, baksteen en plastic aangetroffen. Slechts twee van de zes boringen tonen een intact bodemprofiel; een duinvaaggrond. In geen van de boringen zijn begraven A-horizonten aangetroffen, die erop duiden dat de onderzoekslocatie in het verleden mogelijk aantrekkelijk voor bewoning is geweest.
Geconcludeerd kan worden dat door vergraving van het bodemprofiel en het ontbreken van begraven bodemhorizonten de middelhoge archeologische trefkans kan worden bijgesteld naar laag.