Archeologisch bureau- en verkennend veldonderzoek door middel van boringen Oude Harderwijkerweg te Doornspijk.

DOI

Het plangebied is gelegen in het Midden-Nederlands zandgebied op een dekzandrug, buiten de bebouwde kom van Doornspijk.Op basis van de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied en de geografische ligging moet worden geconcludeerd dat voor het paleo- en mesolithicum een lage verwachting geldt. In deze periode bevond het plangebied zich in een lagergelegen zone nabij de Veluwse stuwwal. Omdat het plangebied hierdoor periodiek waterdragend was, was het waarschijnlijk geen voorkeurslocatie voor bewoning. Activiteit in deze periode zal zich mogelijk eerder op de nabij gelegen stuwwal geconcentreerd hebben, zodat voor het paleo- en mesolithicum een lage verwachting geldt.In het neolithicum had zich in het plangebied een dekzandrug gevormd. Dekzandruggen waren door hun biodiversiteit en gradiënt geschikte woongronden. Ondanks het ontbreken van neolithische waarnemingen zorgt de ligging van het plangebied voor een middelhoge verwachting voor deze periode.Tijdens de bronstijd raakte het plangebied bedekt door veen, zodat het niet geschikt was voor bewoning. Met deze reden geldt voor de bronstijd een lage verwachting. Gedurende de ijzertijd en de Romeinse tijd was het gebied mogelijk wel toegankelijk, zodat bewoning of andere activiteiten niet kunnen worden uitgesloten. Met deze reden geldt een middelhoge verwachting voor de ijzertijd en de Romeinse tijd.De eerste vermelding van Doornspijk in de historische bronnen dateert in de Karolingische periode. Hoewel het plangebied buiten de bebouwde kom lag en uit historisch kaartmateriaal blijkt dat het tot begin 19e eeuw onbebouwd bleef, kunnen restanten uit de middeleeuwen niet worden uitgesloten. In de loop van de 19e eeuw werden enkele boerderijen in de directe omgeving van het plangebied gebouwd, waarvan mogelijk nog restanten in de bodem aanwezig kunnen zijn. Met deze reden geldt voor de middeleeuwen en de nieuwe tijd een middelhoge verwachting.Op basis van het uitgevoerde verkennend onderzoek kan worden gesteld dat alle boringen, met uitzondering van boring 4, een verstoorde bodem weergeven. Boring 4 bevat mogelijk de restanten van een B-C overgang, maar dit kan ook een lichte verbruining zijn die ook is waargenomen in boring 1. De ligging van boring 4 ten opzichte van de voorgenomen ingreep is dusdanig dat dit geen belemmering hoeft te zijn voor de ontwikkeling van het terrein. Er wordt derhalve geadviseerd dat verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is.

AM13329

Date: 12 december 2013 (uitvoering ondezoek)

Issued: 2014-08-26

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xr5-fpm4
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xr5-fpm4
Provenance
Creator V. van der Veen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor MAK Vroomans; NJW van der Feest (Aeres Milieu); Aeres Milieu
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact MAK Vroomans (Aeres-milieu)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/zip
Size 4303912; 22995
Version 1.0
Discipline Humanities