Bij archeologisch onderzoek ter plaatse van het Kattegat in Amsterdam is een aantal houten vondsten aangetroffen. Deze zijn afkomstig uit verschillende contecxten en toepassingen en lijken geen duidelijke samenhang te hebben.
Van acht vondsten zijn dwarsdoorsnedes aangeleverd voor dendrochronologisch onderzoek. Hierbij ging het om eik (Quercus spp.) en grove den (Pinus sylvestris L.).
Vier monsters zijn geschikt bevonden voor dendrochronologisch onderzoek en hiervan kunnen er twee gedateerd worden; een duig (vondstnr. 23) in 1732 en een plank (vondstnr. 51) in 1685. In beide gevallen kan geen afgebakend kapinterval bepaald worden.
De twee ongedateerde monsters laten onregelmatigheden aan het begin of eind van de meting zien. Ingekorte varianten van de metingen zonder deze onregelmatigheden zijn nog steeds lang genoeg, maar leveren eveneens geen resultaat op.