De natuurlijke podzolgrond is in het grootste deel van het plangebied intact aangetroffen. Daar waar die verstoord is, komt dit waarschijnlijk door ploeg- of graafwerkzaamheden. Op een gemiddelde diepte van circa 55 cm beneden maaiveld (-0,05 m t.o.v. NAP) is het dekzand aangetroffen met sporen van bodemvorming, de laag waarin indicatoren van vuursteenvindplaatsen konden worden aangetroffen, deze zijn echter niet aangetroffen. De middelhoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen kan daarom naar laag worden bijgesteld. Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd werden op basis van het bureauonderzoek niet verwacht en deze verwachting hoeft op basis van het veldonderzoek niet aangepast te worden.