In opdracht van Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C.V. heeft Bureau Leefomgevingskwaliteit, Archeologie van de gemeente Nijmegen (BLAN) in maart 2019 een opgraving uitgevoerd in het plangebied aan de Waalbandijk 20 te Nijmegen. In het kader van de ontwikkeling van het Waalfront is een zoeksleuf achter de door middel van groutankers bevestigde wand van Fort Krayenhoff gegraven om de hoek te bepalen waaronder deze groutankers zijn bevestigd. Bij de daarbij behorende graafwerkzaamheden werd de bodem tot ca. 5,5 m –mv verstoord. Hierdoor konden eventueel aanwezige archeologische resten verloren gaan. In het plangebied werden gezien de locatie vooral resten van Fort Krayenhoff verwacht. De Laag van Wijchen is tijdens archeologisch onderzoek in de Weurtseweg gevonden op een diepte tussen 9,20 en 9,40 m +NAP. In deze laag zouden Romeinse sporen kunnen zijn ingegraven. Op deze laag lag een dun pakket met Romeins vondstmateriaal, waarop een max. 2,30 m dik ophogingspakket uit de 20e eeuw was opgebracht dat in noordelijke richting steeds dikker werd. Op het ten westen van het plangebied gelegen perceel ligt de bovenzijde van de ca. 40-50 cm dikke Laag van Wijchen op ca. 9,40-9,50 m +NAP. De Laag van Wijchen is gefundeerd op de zand- en grindafzettingen van de Formatie van Kreftenheye.
Doel van de opgraving, variant archeologische begeleiding was het documenteren, registreren en veiligstellen van de archeologische resten die zich in de ondergrond van het onderzoeksgebied bevinden, om daarmee informatie te behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Tijdens de archeologische begeleiding stond de aanwezige KNA-archeoloog ter plekke in contact met de personen die verantwoordelijk waren voor het opzoeken van de groutankers, zodat niet onnodig schade werd toegebracht aan het archeologisch bodemarchief noch aan de cultuurhistorische waarden van het fort in het plangebied.
Met de beperkte omvang van de uiteindelijke bodemingrepen en het veiligstellen van het vondstmateriaal is die opzet geslaagd. De beperkte waarnemingen aan het bodemprofiel en de weinige vondsten hebben echter geen nieuwe archeologische inzichten opgeleverd omtrent de betreffende locatie. Het betreft voornamelijk losse vondsten die voor het merendeel in ophogingslagen zijn aangetroffen en voor een klein deel in de vermoedelijke vondstlaag (vanaf 10 m +NAP; 5,5 m –mv) van de Romeinse stad.
