Eindrapportage archeologisch vooronderzoek (9010.001) Oude Maasdijk 23 te Dreumel

Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) blijkt dat de aangetroffen bodemopbouw goed aansluit bij de historische ontwikkeling van het plangebied. In de zuidwestelijke helft van het plangebied komt tot maximaal 115 cm een laag opgebrachte grond voor van het dijklichaam. De dikte neemt in noordoostelijke richting af. Tijdens het zetten van de boringen waren hierin al resten baksteen/bouwmateriaal, modern glas en kolengruis zichtbaar. De vermenging met moderne (afval)resten geeft aan dat grond is omgewerkt, meest waarschijnlijk tijdens de laatste renovatie van de bestaande woning die in de jaren ’60 van de 20e eeuw heeft plaatsgevonden, dan wel tijdens de inrichting van de siertuin. Enkele verzamelde resten uit deze laag opgebrachte grond betreffen fragmenten industrieel wit aardewerk, industrieel glas, bloempotaardewerk, roodbakkend geglazuurd aardewerk en brokken baksteenpuin, waarmee de vrij recente datering, voornamelijk uit de 20e eeuw, wordt bevestigd. Onder het dijklichaam komen tot gemiddeld 180 cm -mv onverstoorde oeverwalafzettingen voor die gesedimenteerd zijn tijdens overstromingen van de Waal (voordat bedijking plaatsvond). De oorspronkelijke top van het pakket oeverwalafzettingen lijkt hier te zijn ontgraven, aangezien een voormalige, humeuze bouwvoor (oud maaiveldniveau) niet zichtbaar was.

In de noordoostelijke helft van het plangebied is geen opgebrachte grond aanwezig dat tot het dijklichaam behoort. Hier blijkt wel de oorspronkelijke top van het pakket oeverwalafzettingen aanwezig te zijn en dit betreft de huidige bouwvoor. De enkele resten baksteen/bouwmateriaal zullen door het gebruik als moestuin in het verleden dan wel het huidige gebruik als siertuin in de huidige bouwvoor terecht zijn gekomen. Onder de oeverwalafzettingen bevindt zich vanaf minimaal 150 cm -mv (in de zuidwestelijke helft dieper gelegen ten opzichte van het hoger gelegen maaiveld) juist wel een laklaag/vegetatiehorizont en betreft de top van een pakket komafzettingen dat gesedimenteerd is voor-dat de stroomgordel van de Waal actief werd. Dit pakket komafzettingen zet zich voort tot de einddiepte van de boringen en bestaat uit siltige tot venige klei. Het laat zien dat voordat de stroomgordel van de Waal actief werd, het plangebied een zeer ongeschikte bewoningslocatie vormde.

Conclusie Geconcludeerd wordt dat, op basis van de paleogeografische ontwikkeling, het plangebied vóór het ontstaan van de stroomgordel van de Waal een zeer ongeschikte bewoningslocatie vormde. Tijdens/na de actieve fase van de stroomgordel van de Waal kreeg het plangebied wellicht een iets gunstigere ligging als bewoningslocatie. De middelhoge verwachting voor de perioden Laat-Romeinse tijd, Vroege-Middeleeuwen en de Late-Middeleeuwen tot de periode van de aanleg van de Oude Maasdijk (waarschijnlijk rond de 12e/13e eeuw) wordt vanwege het ontbreken van archeologische resten niet bevestigd. In de zuidwestelijke helft van het plangebied behoort het pakket opgebrachte grond tot het dijklichaam van de Oude Maasdijk, echter hierin hebben recente verstoringen plaatsgevonden, getuige de vermenging met moderne (afval)resten. Er zijn geen archeologische resten aangetroffen die erop duiden dat het plangebied in de tweede helft van de Late-Middeleeuwen dan wel tijdens de Nieuwe tijd voor de 20e eeuw in gebruik was als woonerf.

Advies Op grond van de resultaten van het archeologisch vooronderzoek adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ), geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Er zijn geen archeologisch relevante indicatoren/lagen aangetroffen. Een archeologische vindplaats wordt niet meer verwacht binnen het plangebied.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) en de gemeente West Maas en Waal.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zgs-ktkq
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-p7-oovs
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:181572
Provenance
Creator Broeke, E.M. ten
Publisher Econsultancy
Contributor Broeke, E.M. ten; ir. E.M. ten Broeke (Econsultancy)
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.425 LON, 51.837 LAT); Oude Maasdijk 23; Dreumel; West Maas en Waal; Gelderland