SamenvattingTransect heeft in mei 2014 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Herenweg 69 te Rijnsaterwoude (gemeente Kaag en Braassem). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de bouw van een nieuwe woning en een carport/boothuis, alsook het graven van een insteek naar het water van het Braassemermeer.Het plangebied heeft in het bestemmingsplan een archeologische dubbelbestemming. Voor bodemingrepen die groter zijn dan 150 m2 en dieper reiken dan 30 cm onder maaiveld geldt een archeologische onderzoeksplicht. Deze grenzen worden door de geplande bouwwerkzaamheden overschreden. Daarom is onderhavig onderzoek uitgevoerd.Het plangebied ligt in het historische ontginningslint van Rijnsaterwoude. Het ontstaan van dit lint is reeds terug te voeren in de Middeleeuwen. Pas vanaf toen werd het gebied bewoonbaar, aangezien het plangebied in de perioden daarvóór een veenmoeras was. Op grond van historisch kaartmateriaal is vastgesteld dat het plangebied vanaf het begin van de 17e eeuw tot in de tweede helft van de 20e eeuw in ieder geval altijd onbebouwd is geweest, waardoor er naar verwachting geen nederzettingsresten uit de Nieuwe Tijd te verwachten zijn. Wel kunnen sporen van landgebruik (zoals greppels en gedempte sloten) aanwezig zijn uit deze periode. Hieronder kan sprake zijn van oudere archeologisch relevante niveaus. Terwijl in de omgeving van het Rijnsaterwoude op verschillende plaatsen vervening plaatsvond is de bovenlandstrook (de veenrestdijk) nooit afgegraven geweest. Archeologisch gezien betekent dit dat in het plangebied met name voor de Late Middeleeuwen een hoge archeologische verwachting geldt voor nederzettingsresten en sporen van landgebruik. Bij eerder onderzoek ten zuiden van het plangebied zijn onder meer resten van 12e- en 13e-eeuwse activiteiten waargenomen (De Kluis; Herenweg 119). Ook zijn daar op een dieper gelegen niveau scherven aangetroffen, die mogelijk in de Vroege Middeleeuwen dateren.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat in het plangebied sprake is van een ophogingspakket op Hollandveen. Op een diepte van circa 50 tot 90 cm –Mv, bevindt zich in boringen 1, 2, 4 en 5 een veraard en compact veenniveau met brokjes klei c.q. leem, spikkels/brokjes rood-oranje aardewerk/baksteen en een grindje. Dit is indicatief voor de aanwezigheid van een archeologisch niveau. Het gaat in deze boringen niet om toemaak, omdat er sprake is van veen. Aangezien de tijdens dit verkennend onderzoek aangetroffen archeologische indicatoren te fragmentair zijn en diagnostische indicatoren ontbreken, kunnen over de aard en datering van dit niveau geen verdere uitspraken worden gedaan, anders dan dat het mogelijk duidt op de aanwezigheid van nederzettingsresten of sporen van landgebruik uit de Middeleeuwen (450-1.500 na Chr.).