Nederland wil - in samenwerking met de Duitse deelstaten Nordrheinland-Westfalen en Rheinland-Pfalz - het deel van de Romeinse grens dat langs de zuidoevers van de (voormalige) Rijn lag tot UNESCO Werelderfgoed laten uitroepen. De Nederlandse nominatie tot UNESCO Werelderfgoed van deze Nedergermaanse Limes wordt begeleid door de Nederlandse Limes Samenwerking (NLS), een samenwerkingsverband tussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland. Samen met Duitsland bereiden deze partijen de definitieve voordracht van de Romeinse Limes in 2021 voor.
De NLS beschouwt het Kanaal van Corbulo als een integraal onderdeel van het onderhavige deel van de Romeinse Limes. Op grond van de uitgangspunten van UNESCO hoeft niet het volledige kanaal op de Werelderfgoedlijst geplaatst te worden, maar moet wel een aantal representatieve terreinen worden geselecteerd. UNESCO maakt daarin onderscheid in kernwaarden en bufferzones. De kerngebieden zijn de dragers van de zogenoemde universele waarden van de Limes en daarom van eminent belang voor het nominatiedossier. De bufferzones zijn waardevolle terreinen die de ruimtelijke schakels vormen tussen de kerngebieden.
In Voorschoten en Leidschendam-Voorburg liggen in totaal zes zones met potentieel waardevolle resten van het Kanaal van Corbulo (zie hoofdstuk 5 en afb. 84). Voor een optimale bescherming daarvan, verlangt UNESCO -indien het hier inderdaad om kernwaarden gaat - een aanwijzing tot rijksmonument. Voor het uiteindelijke beschermingsvoorstel wordt verwezen naar Schut 2020.
Ten behoeve van de voltooiing van het beschermingsdossier voor de kernzones in het Nominatiedossier dient een aantal aanvullende onderzoeken uitgevoerd te worden in de gemeenten Voorschoten en Leidschendam-Voorburg. Het gaat daarbij in de eerste plaats om een integrale bureaustudie voor de Kanaalzone in beide gemeenten, gevolgd door enkele waarde stellende veldonderzoeken in zo mogelijk ieder van de aangewezen kernzones, zodat de RCE een procedure kan starten om deze terreinen aan te wijzen als Rijksmonument. Daarbij zal ook de begrenzing van het Kanaal van Corbulo, zowel in horizontale als in verticale zin, nauwkeuriger moeten worden vastgelegd; van belang is dan met name om de precieze locatie van de beide overs, de insteek van de waterloop zelf, de eventuele beschoeiing, en de diepte onder maaiveld waarop de eerste sporen zichtbaar worden, op perceelniveau vast te leggen; dit noemen we begrenzen. De resultaten van het gevraagde onderzoek dienen daarnaast voldoende inzicht te verschaffen in de fysieke kwaliteit van de terreinen. Het onderhavige rapport beschrijft het resultaat van de door Vestigia uitgevoerde hieraan voorafgaande inventarisatie van relevante waarnemingen en onderzoeken van het noordelijk deel van het Kanaal van Corbulo tussen de monding nabij het castellum Matilo in Leiden en het punt waar het kanaal uitmondt in het zogenaamde Gantelstroomsysteem in de gemeente Rijswijk.
Deze inventarisatie heeft op de eerste plaats ten doel de beschikbare gegevens over de ligging en ruimtelijke begrenzingen van het kanaal op een rijtje te zetten en de betrouwbaarheid van de diverse waarnemingen te beoordelen. Op de tweede plaats dient de inventarisatie een nadere onderbouwing te leveren voor de locatiekeuze van de kernzones en de aanvullende onderzoeken die daarbinnen nog dienen plaats te vinden. De oorspronkelijke inventarisatie heeft plaatsgevonden in 2018 en 2019. De conceptversie van het rapport is in 2018 onder hoge tijdsdruk tot stand gekomen en heeft in 2019 ten grondslag gelegen aan de aanvullende veldonderzoeken die door Vestigia toen zijn uitgevoerd en het advies dat op basis daarvan voor de opdracht gevende gemeenten en de RCE is opgesteld. In 2020 en 2021 is de inventarisatie verder geactualiseerd en aangevuld op basis van nieuwe inzichten en informatie verkregen in het kader van het project OVM Limes binnen het programma Oogst van Malta van de RCE.