Archeologisch vooronderzoek in het kader van de geplande bedrijfsuitbreiding van Rijk Zwaan, locatie Burgemeester Crezeelaan 66A, te De Lier, gemeente Westland

Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Burgemeester Crezeelaan 66A in De Lier, gemeente Westland. Binnen het plangebied is men op Burgemeester Crezeelaan 66A voornemens een nieuw glastuinbouwcomplex aan te leggen. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 2,2 ha en was bebouwd met een woonhuis, bedrijfsruimtes/loodsen en een kassencomplex. De bebouwing is reeds gesloopt, met uitzondering van de woning aan de Burgemeester Crezeelaan 66a in het noordoosten van het plangebied, en bijbehorende kabels/leidingen zijn verwijderd. Voor de nieuw te bouwen kassencomplex kunnen de werkzaamheden als volgt worden samengevat: 1. Het terrein wordt met 0,40 meter opgehoogd, met uitzondering van het gebied rondom de woning Burgemeester Crezeelaan 66a; 2. Aanleg drainage (om de 4 meter) op een diepte van 0,5 meter onder het oude maaiveld; 3. Aanleg HWA tracé, leidingstraat WTR, DEMO, cv-leiding tot max. 0,80 meter onder het oude maaiveld; 4. Graafwerk silo’s tot 0,48 onder oude maaiveld; 5. Aanleg laadkuil vrachtverkeer: tot 1,10 meter onder het oude maaiveld. 6. Tevens zal het bouwwerk onderheid worden door palen van 29 x 29 cm in een raster van 9,6 x 4,8 m, tot 21,5 m-NAP onder de kassen, en 2,25 x 2,5 of 1,80 x 1,80 m bij het bedrijfsgebouw. 7. De heipalen die worden gebruikt voor de kassen voldoen aan de in Nederland gehanteerde normen voor archeologievriendelijk bouwen (conform de Handreiking Archeologievriendelijk Bouwen van de RCE): o de verstoringsgraad is minder dan de 2% van de totale bouwoppervlakte die als acceptabel wordt gezien vanuit het perspectief van de archeologische monumentenzorg. o De afstand tussen de palen(rijen) gerekend van rand tot rand bedraagt minimaal 4 m. Verder worden de heipalen op gemiddelde onderlinge afstand van minimaal 6 meter van elkaar worden geplaatst. Op basis van de richtlijnen uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is het heiplan ter plaatse van de kassen als zodanig daarom niet onderzoeksplichtig – met uitzondering van de heipalen voor de betonpaden (zie 8.). 8. De heipalen die worden gebruikt voor de bedrijfsgebouwen aan de voorzijde (noordzijde) en voor de betonpaden centraal in de kassen met het bijbehorende heipalen plan voldoen niet aan de in Nederland gehanteerde normen voor archeologievriendelijk bouwen.

De werkzaamheden in het uiterste zuiden van het plangebied krijgen in een later stadium een concretere invulling.

Het plangebied kent op basis van het bureauonderzoek de volgende gespecificeerde archeologische verwachting: Van onder naar boven wordt de volgende bodemopbouw verwacht: kwelderafzettingen van het Laagpakket van Wormer (tot ongeveer 14,0 – (maximaal) 1,5 m-mv, 6000-1800 v. Chr.), en daarboven Hollandveen met Walcheren-afzettingen in de Bronstijd (mogelijk Hoekpolderfase, 1500-850 v.Chr.) en dekafzettingen van de Gantel Laag (300-50 v.Chr.). Daarboven bevinden zich mogelijk dekafzettingen van de Laag van Poeldijk (circa 1100-1300 na Chr.). In paleogeografische reconstructies is in de diepere ondergrond in het noordelijke deel van het plangebied de Delft stroomrug geprojecteerd (vanaf 9,0 m-mv); deze is echter in deze omgeving nog niet aangetoond. Als gevolg van relatief diepe grondbewerking ten behoeve van de ontwikkeling van de glastuinbouw in het gebied, is er een warmoezerijgrond ontstaan, die plaatselijk sterk verschillend van samenstelling is. De bovengrond bestaat uit een minimaal 0,50-0,80 cm dikke geroerde bouwvoor.

Gezien de vondsten in de wijdere omgeving, en de verwachte bodemopbouw geldt er een hoge archeologische verwachting voor resten vanaf de Bronstijd tot de Vroege Middeleeuwen. In de (intacte) top van de Wormerlaag en de veraarde top(pen) van het Hollandveen Laagpakket kunnen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn die dateren uit perioden vanaf de Bronstijd tot Romeinse tijd. De resten in de top van het veen kunnen nederzettingssporen (inclusief aardewerk) betreffen of anderszins sporen van exploitatie van het landschap. In de top van de Hoekpolder Laag de Gantel Laag kunnen archeologische waarden uit de Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen aanwezig zijn. De vondstenlaag van deze potentieel archeologische niveaus zal zich naar verwachting manifesteren als een archeologische laag. Deze zal bestaan uit een vermenging van ondermeer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardewerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd. Ze kunnen bovendien afgedekt zijn door recentere kleiafzettingen en daarmee buiten het bereik van (sub)recente bodemverstorende activiteiten gebleven.

Direct onder het maaiveld worden in de top van de Laag van Poeldijk archeologische resten verwacht uit perioden vanaf de Late Middeleeuwen. De kans op het voorkomen van nederzettingsresten in deze laag lijkt niet groot. Er zijn op basis van de historisch-cartografische gegevens geen aanwijzingen voor bewoning of andere intensieve menselijke activiteit binnen het plangebied.

Er worden op basis van de historisch-cartografische analyse geen ondergrondse bouwhistorische resten binnen het plangebied verwacht.

Advies

Op basis van de resultaten van dit bureauonderzoek en in het licht van de geplande bodemverstorende werkzaamheden, welke tot in de archeologisch relevante niveaus zullen reiken, adviseert Vestigia Cultuurhistorie & Archeologie in eerste instantie binnen het plangebied een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uit te voeren om het archeologisch verwachtingsmodel te toetsen. Door middel van een booronderzoek worden de fysisch-geografische en bodemkundige gegevens getoetst. Tevens heeft het booronderzoek tot doel vast te stellen in hoeverre de natuurlijke bodemopbouw verstoord is.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door te boren met behulp van een edelmanboor (diameter 7 cm), en onder grondwaterniveau met behulp van een guts (3 cm). Het booronderzoek vindt plaats in een verkennend grid van 10 boringen per hectare, volgens de richtlijnen van de provincie Zuid-Holland; gezien de omvang van het plangebied (2,2 ha) betreft dit ongeveer 22 boringen. De boringen worden doorgezet tot in de top van de Wormerafzettingen, of tot maximaal 2 m-mv. Iedere 10e boring wordt doorgezet tot 4 m-mv, conform de richtlijnen van de provincie.

Omdat de opdrachtgever op zo kort mogelijk termijn wil starten met het aanbrengen van de palenfundering middels heien, hierbij het concrete advies voor het heiwerk: Op basis van de richtlijnen uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is het heiplan ter plaatse van de kassen als zodanig niet onderzoeksplichtig vanwege de ruime afstand tussen de aan te brengen heipalen. Uitzondering hierop is de zone alwaar de heipalen voor de betonpaden en de bedrijfsruimte worden aangebracht. De spatiering tussen de heipalen die worden gebruikt voor de bedrijfsgebouwen aan de voorzijde (afbeelding 4) en voor de betonpaden centraal in de kassen (afbeelding 5) voldoet echter niet aan de in Nederland gehanteerde normen voor archeologievriendelijk bouwen en de vrijstellingsgrenzen van de gemeente; deze heipalen staan te dicht op elkaar waardoor een deel van het plangebied met een grotere dichtheid wordt voorzien van heipalen dan is toegestaan.

Vestigia adviseert te wachten met het heien totdat het verkennend booronderzoek voor het gehele plangebied is uitgevoerd. Indien hierop niet kan worden gewacht, kan het heiwerk worden uitgevoerd ter plaatse van de kassen (exclusief de zones voor de betonpaden en de bedrijfsruimte), daar waar de heipalen gemiddeld minder dan 2% van het totale bouwoppervlakte beslaan, de afstand tussen de palen(rijen) gerekend van rand tot rand minimaal 4 m bedraagt, en, voldoend aan de constructie-eisen zoals verwoord in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, de heipalen op gemiddelde onderlinge afstand van minimaal 6 meter van elkaar worden geplaatst. Dit kan echter alleen op die plekken waar geen verdere bodemverstorende werkzaamheden (zoals het aanleggen van kabels en leidingen, drainage, etc.) zullen worden uitgevoerd. Dit in verband met mogelijk toekomstig archeologisch veldwerk indien er op basis van het verkennend booronderzoek sprake blijkt te zijn van een hoge archeologische verwachting of een behoudenswaardige vindplaats. Dit heiwerk dient in overeenstemming te zijn met de omgevingsvergunning ten behoeve van de bouw. Tevens is het is raadzaam dit heiwerk van tevoren met het bevoegd gezag af te stemmen.

Het is aan het bevoegd gezag, de gemeente Westland, om op basis van dit rapport en het hierin geformuleerde advies een besluit te nemen ten aanzien van eventueel vervolgonderzoek of het beëindigen van het archeologisch onderzoeksproces.

Ook wanneer het plangebied op enig moment op basis van de resultaten van archeologisch onderzoek wordt vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkelingen, blijft de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht (Erfgoedwet, artikel 5.10 Archeologische toevalsvondst). Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische toevalsvondst wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Westland, en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/OC3LSB
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-0f090b2c-3023-4090-b832-19eaf8855a80
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:271517
Provenance
Creator Picard, E.R.J.G.; Puijenbroek, van, FPJ; Satijn, O.P.N.
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Vestigia
Publication Year 2023
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Resource Type Dataset
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities