Door middel van het verkennende onderzoek (4 boringen met een diameter van 10 cm), is een duidelijk beeld ontstaan van de bodemopbouw in het plangebied. De bodem is tot in de C-horizont verstoord, in geen van de boringen is een intact bodemprofiel waargenomen en in geen van de boringen zijn indicatoren aangetroffen die doen vermoeden dat binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is of fundamenten aanwezig zijn van Laat-Middeleeuwse bebouwing of bebouwing uit latere perioden.
Er wordt geadviseerd het plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologisch vervolgonderzoek.