Best Veenpluis Best, Veenpluis

Philips Health Care Campus is voornemens een nieuwe gebouwvleugel aan de westzijde en een uitbreiding van de bebouwing aan de zuidzijde te realiseren. De verstoringsdiepte is echter nog niet bekend, aangezien de plannen zullen worden gemaakt naar aanleiding van de resultaten van diverse onderzoeken (waaronder ecologie en archeologie). De onderzoekslocatie van 2,9ha groot heeft op basis van het uitgevoerde vooronderzoek een hoge verwachting meegekregen voor het aantreffen van archeologische resten uit de periode vanaf het Laat-Paleolithicum tot heden. Binnen het plangebied is een monumentale grafheuvel gelegen, waardoor de verwachting op funeraire resten hoog is. Ook de bijbehorende nederzetting(en) kunnen aanwezig zijn binnen het plangebied. Daarnaast is een cluster vuurstenen artefacten bekend direct ten westen van het plangebied. Rekening dient daarom gehouden te worden met het aantreffen van vergelijkbare vondstcomplexen. Gezien de verwachtingswaarde is binnen het plangebied een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Op bassi van de uitkomsten van deze onderzoeken kan gesteld worden dat basis van de bodem ter plaatse gevormd wordt door eolisch afgezet dekzand dat behoort tot het Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel. In de top van deze dekzanden is een podzol gevormd, die op meerdere plekken omgezet is ten behoeve van de waterdoorlaatbaarheid van de bodem. Het potentieel archeologisch interessante niveau is echter wel intact door de aanwezigheid van een B(C)-horizont. In het zuiden van het plangebied worden de dekzanden afgedekt door een stuifzandlaag, die gerekend wordt tot het Laagpakket van Kootwijk, Formatie van Boxtel. Deze laag wordt gedateerd in de Middeleeuwen. Hieronder is nog een intacte veldpodzol aangetroffen. Verder zijn tijdens het uitgevoerde karterende booronderzoek archeologische indicatoren aangetroffen in de vorm van een vuurstenen artefact, verbrand bot en houtskool. Deze bleken zich te bevinden op de hoger gelegen dekzandkoppen en -ruggen binnen het plangebied. Deze hoger gelegen gedeeltes zijn daarom vervolgens geselecteerd voor nader onderzoek in de vorm van proefsleuven. Het onderzoeksgebied heeft zodoende een oppervlakte van 1,2 ha, verdeeld over vier deelgebieden. Binnen het plangebied bevinden zich op basis van het vooronderzoek twee potentieel archeologisch interessante niveaus. Het eerste is gelegen in de top van het stuifzand en hier kan sprake zijn van sporen en vondsten uit de Middeleeuwen/Nieuwe Tijd. Het tweede is gelegen in de top van het dekzand en hier kunnen sporen en vondsten aangetroffen worden uit de periode van het Paleolithicum tot aan de Middeleeuwen. De bodemprofielen zoals waargenomen tijdens het proefsleuvenonderzoek laten zien dat de omwerking van de grond voor de bosaanplant voor meer schade heeft gezorgd aan het archeologisch niveau dan dat de boringen deden vermoeden. In het hele plangebied is de oorspronkelijke veldpodzol sterk omgewerkt, waarbij ook soms een deel van de C-horizont is meegenomen. Het potentieel archeologisch interessante niveau was derhalve niet overal meer intact. Sporen of vondsten die in de Middeleeuwen/Nieuwe tijd gedateerd kunnen worden zijn niet aangetroffen. In het zuiden van het plangebied is in overeenstemming met het booronderzoek een stuiflaag aangetroffen in het profiel. Deze stuiflaag dekt een podzolbodem af, die gevormd is in de top van het dekzand, waardoor het potentieel archeologisch interessante niveau hier nog wel grotendeels intact is. Bij het onderzoek zijn evenwel geen sporen of vondsten aangetroffen. In twee putten is daarnaast nog een beginnende podzolisering aangetroffen onder een tweede pakket dekzand. Het betreft hier een plaatselijke depressie die dichtgestoven is. De datering van dit proces is niet aan te duiden, maar vermoedelijk kan het geplaatst worden in één van de grote verstuiningen vanaf het Neolithicum. Verder is in de diepere profielgaten in deelgebieden 1 en 2 een paleobodem waargenomen. Op basis van stratigrafie is de bodem te dateren in het Allerød. De bodem is bij het uitgevoerde booronderzoek niet waargenomen en tijdens het proefsleuven onderzoek alleen zeer lokaal. Tevens zijn geen sporen of vondsten aangetroffen die met de bodem geassocieerd kunnen worden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xm9-jx6a
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-u8-0o86
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:262131
Provenance
Creator Weekers, B.
Publisher ADC
Contributor Noord-Brabant; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2023
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpeg; mapinfo tab; xls; pdf; ms access 2003; gml; xml; sql; ms word document 2003
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.377 LON, 51.489 LAT); Noord-Brabant; Best; Best; Veenpluis; 50E (kaartblad)