De Tiemensmolen en De Olifant, van papiermolen naar wasserij, gemeente Apeldoorn

In opdracht van Pol Bouwmanagement voor CarGo Export heeft RAAP een archeologische opgraving uitgevoerd aan de Ugchelseweg 11-13 te Apeldoorn. Tijdens dit onderzoek zijn archeologische resten uit de 17e tot en met de 20e eeuw gevonden.

Plangebied Ugchelseweg 11-13 en zijn directe omgeving wordt gekenmerkt door de historische ontwikkeling van twee in de 17e eeuw gebouwde watermolens ten behoeve van papierfabricage. De eerste molen dateert van omstreeks 1619 en de tweede van omstreeks 1660. Beide molens worden op de kadastrale minuut uit 1832 nog weergegeven aan weerszijden van de Ugchelsebeek: een sprengbeek waarvan het deel dat dat door het plangebied voerde in de jaren 80 van de 20e eeuw gedempt is. Bij de opgraving zijn van beide 17e-eeuwse molens resten in de vorm van delen van muren, kelders en vloeren gevonden. Deze waren georiënteerd op twee kademuren van de gegraven beek. Ondanks dat deze kademuren tot in de 20e eeuw zijn gebruikt en aangepast met gebruik van beton, waren grote delen nog in originele 17e-eeuwse staat. Deze muren zijn gemetseld in staand verband met bakstenen van formaat 22/23 x 10/11 x 4,5/5 cm. De muren waren gefundeerd op veldkeien met tussen keien en bakstenen dunne houten planken. In de beekvulling werden veel, vooral 19e- en vroeg 20e-eeuwse vondsten in de vorm van gebruikskeramiek gedaan. Onderin de beek zijn 13 uiteinden van (bewerkte) houten palen aangetroffen. Dit betreft zeer waarschijnlijk resten van de dragers van de (houten) molengoot die het water aanvoerde voor de bovenslagraderen.

Op de westelijke oever werd een oudere beekloop opgetekend. Het heeft de schijn dat deze is afgedamd waarna de beekloop is verlegd naar de aangetroffen kademuren. Gezien het gelijke baksteenformaat van de dam en de kademuren is een en ander min of meer gelijktijdig gerealiseerd. Aan beide zijden van de met kademuren vastgelegde loop van de Ugchelsebeek zijn resten van gebouwen aangetroffen. Van de westelijke molen is de plattegrond duidelijk opgetekend. De oorspronkelijke molen is op enig moment verbouwd; de zuidelijke stiepen en zijgevel zijn daarbij, gebruikmakend van het oude bouwmateriaal, opnieuw opgemetseld. Door latere verbouwingen is de aansluiting met de kademuur niet meer zichtbaar. Een deel van de kademuur is bij verbouwingen vervangen door een betonnen wand. De aansluiting van de oostelijke molen op de kademuur is juist goed bewaard gebleven met twee ruimtes achter het gat van de molenas en iets noordelijker twee kleine ruimtes met vloeren en vensters op de beek. De kleine ruimtes zijn mogelijk gebruikt voor het spoelen of wassen. Deze zijn waarschijnlijk niet toe te wijzen aan de oorspronkelijke papiermolen maar betreffen aanpassingen van de latere wasserijen die een aanvang hebben in het laatste kwart van de 19e eeuw. Het is in ieder geval zeker dat de ruimte achter het gat van de molenas van de oostelijke molen, gezien de grootte van de ruimte, zeker niet de originele hamerkamer kan zijn van een papiermolen. De latere aanpassingen en uitbreidingen van de wasserijen zijn duidelijk in kaart gebracht met bijvoorbeeld het ketelhuis en de voet van de schoorsteen van de westelijke molen, als in 1925 overgestapt wordt op stoom- in plaats van waterkracht. De grote uitbreidingen van wasserij Kamphuis ter plaatse van de oostelijke molen vonden plaats vanaf de jaren 30 van de 20e eeuw en hebben het beeld van de oorspronkelijke plattegrond deels verstoord. In volgende jaren verloor ook de beek zijn functie als krachtbron en werd met het plaatsen van betonnen duikers overkluisd. Ondanks deze forse ingrepen is in de oorspronkelijke beekbedding een groot aantal houten palen aangetroffen, mogelijk onderdelen van de verdwenen watergoten. Dendrochronologische datering van het hout duidt op bouwfasen gedurende vele eeuwen. Het oudste hout dateert zelfs van voor de eerste molenfase (1572); het jongste hout (1874) dateert ongeveer uit de tijd dat de eerste stoommachines gebruikt werden bij de papierfabricage. Kort daarna ontstond een nieuwe vorm van een typische Apeldoornse industrie: de grote wasserijen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zpf-yyy5
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-28-vhve
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:118308
Provenance
Creator Schabbink, M.
Publisher RAAP
Contributor Hessseling, H.J.; Boerefijn, W.; Cnossen, A.; RAAP
Publication Year 2019
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/rtf; application/pdf; application/msword; image/jpeg; .rtf; .pdf; .docx; .jpg; .mdb; .shp
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities