Dit interview bestaat uit twee gesprekken: 1661.1 en 1661.2.
1661.1 De geïnterviewde vertelt hoe hij de oorlogsdreiging in Indië ervaren heeft. Zijn vader werd na de inval krijgsgevangene gemaakt en de geïnterviewde kwam in een kamp. Eind 1944 kwam de geïnterviewde terecht in de Van der Werf-gevangenis. Hij werd verdacht van verzetsactiviteiten. Een kennis wist hem vrij te krijgen. Tijdens de bersiaptijd werd de geïnterviewde in Soerabaja door Indonesiërs gevangengezet. Na de bevrijding door de Engelsen ging de geïnterviewde aan de slag bij het Rode Kruis.
1661.2 De geïnterviewde vertelt in dit gesprek verder over de onderwerpen die in het eerste gesprek aan bod kwamen. Daarbij schetst de geïnterviewde een beeld van de situatie in Indië na de oorlog en vertelt hij over zijn werk voor het Rode Kruis.