Samenvatting In opdracht van Bouwbedrijf Stoffers BV heeft ArGeoBoor een archeologisch bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Amen 73 te Amen (gemeente Aa en Hunze). Het voornemen is om binnen het plangebied een bestaande schuur te slopen en vervolgens een woning en een kleine schuur te bouwen. De werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van een ruimte voor ruimte project. Het onderzoek is onderdeel van een ruimtelijke onderbouwing in verband met bestemmingsplanwijziging. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 7.000 m2 en ligt binnen de historische kern van Amen dat is opgenomen op de archeologische monumentenkaart als terrein van hoge archeologische waarde. Op basis van de geologische ondergrond kunnen archeologische resten voorkomen in de top van het keileem/keizand uit het midden paleolithicum. In en op het daarop gelegen dunne dekzanddek kunnen resten uit het laat-paleolithicum en later verwacht worden. Het geheel wordt mogelijk afgedekt door een esdek uit de late middeleeuwen en/of nieuwe tijd. Uit de geomorfologische kaart en het AHN-2 blijkt dat de oostrand van het plangebied van oorsprong laaggelegen is en het centrale deel en de westzijde zijn hooggelegen. Uit oude kaarten blijkt dat binnen het plangebied geen bebouwing heeft gestaan met uitzondering van sub-recente bebouwing langs de noordrand. De omtrek van AMK-terrein 14446 op basis van de historische kaart van 1852 is onnauwkeurig geprojecteerd op de bestaande topografie, waardoor het plangebied ten onrechte is opgenomen binnen de historische kern van Amen. Bij het verkennend booronderzoek is vastgesteld dat binnen onder een groot deel van de bouwvoor een dunne geroerde laag aanwezig is. De geroerde laag ligt op een C-horizont in dekzand. In de oostzijde is onder de bouwvoor venig materiaal aangeboord dat kan duiden op de aanwezigheid van een veenlaag ter plaatse. In de westzijde zijn oorspronkelijke podzolbodems opgenomen in de bouwvoor. In de van oorsprong laaggelegen oostzijde wordt de kans op het aantreffen van archeologische sporen laag geacht. Centraal in het plangebied en in de westzijde kunnen vanaf circa 50 cm –mv nog dieper ingegraven grondsporen verwacht worden. De verwachting is middelhoog. Het wordt aanbevolen om in het plangebied graafwerkzaamheden in het plangebied dieper dan 50 cm zoveel mogelijk te vermijden. Voor de bouw van de woning kan dit bereikt worden door het plangebied op te hogen en het peil gelijk te trekken met het maaiveld van het belendende perceel aan de zuidzijde. Voor de bouw van de schuur is de verwachting dat bodemverstoring dieper dan 50 cm-mv niet noodzakelijk is of zeer beperkt van omvang zal zijn. Gezien de beperkte oppervlakte van de voorziene bouwplannen en de verwachte beperkte omvang van de bodemverstoringen dieper dan 50 cm-mv in combinatie met de middelhoge archeologische verwachting wordt een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Hierbij is er vanuit gegaan dat het maaiveld ter plaatse van de te bouwen woning verhoogd zal worden met 30 tot 40 cm.