Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Empermolen 3, 4, 6, 8 en 10 te Empe

DOI

In opdracht van Rouwmaat Groep heeft Archeodienst BV een bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase (IVO-O(verig); booronderzoek) uitgevoerd in het plangebied aan de Empermolen 3, 4 & 6 en 8 & 10 in Empe. Het onderzoek is uitgevoerd voor een bestemmingsplanherziening van functieverandering van bedrijf naar wonen.is vermoedelijk geërodeerd door de doorbraakafzettingen van demiddeleeuwse IJssel. Vuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaarsbestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen enondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, in de bovengrond van deoorspronkelijke podzolgrond. Aangezien de bodem is verstoord, zijneventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen verloren gegaan. Demiddelhoge verwachting uit het bureauonderzoek voorvuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaars uit het Laat-Paleolithicum tot en met Mesolithicum kan daarom naar laag wordenbijgesteld.Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijdbestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit dieperesporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in hetdekzand reiken. De afwezigheid van de podzolbodem laat zien datminimaal 30 cm van de oorspronkelijke bodem is geërodeerd.Waarschijnlijk zal dit eerder meer zijn (ca. 60 cm) omdat er ook geentekenen van een overgangshorizont tussen de podzol-B en de Chorizontzijn waargenomen. Bovendien is lokaal dekzand opgenomen inde overstromingsafzettingen.Daarom kan de middelhoge verwachting uit het bureauonderzoek omarcheologische resten uit de perioden Neolithicum tot en met de hetontstaan van de IJssel in de Vroege Middeleeuwen C aan te treffenvoor het plangebied naar laag worden bijgesteld.Er zijn geen aanwijzingen gevonden om de lage verwachtingen voor deVroege-Middeleeuwen B tot en met Nieuwe tijd B bij te stellen. In deeerste helft van de 20e eeuw heeft bebouwing aan het spoor gestaan.De verstoringen en het baksteenpuin in boring 1 laten zien dat dezebebouwing mogelijk in de noordoostzijde van het plangebied heeftgestaan.De aanwezige molen uit 1836 en de 19e eeuwse molenaarswoninghebben geen cultuurhistorische waarde op de provinciale DNA-kaart enzijn niet aangewezen als gemeentelijk monument. De molen en de 19eeeuwse molenaarswoning zullen in de huidige plannen ook nietnoemenswaardig worden aangetast.Op basis van de deze resultaten is geen vervolgonderzoekgeadviseerd.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xxq-dyyv
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xxq-dyyv
Provenance
Creator E. Van der Klooster
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor S.M. Koeman; Archeodienst BV
Publication Year 2016
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact S.M. Koeman (KSP Archeologie)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 3753222; 6077; 5891; 1060; 3482
Version 1.0
Discipline Humanities