Resultaten inventariserend veldonderzoek (aanvullend karterend booronderzoek) De karterende boringen laten opnieuw een intacte bodemopbouw zien (bodemverstorende ingrepen zijn vrijwel beperkt gebleven tot de huidige bouwvoor (bovenste 30 cm). Het noordwestelijke tot centrale deel van het plangebied ligt binnen de begrenzing van de Herwen stroomgordel waar oeverwal- op kronkelwaard- op beddingafzettingen voorkomen. In het zuidwestelijke deel van het plangebied, buiten de begrenzing van de Herwen stroomgordel, is sprake van oever- op komafzettingen (vanaf circa 140 cm betreffen dit oudere komachtige afzettingen die gesedimenteerd zijn voordat de meandergordel/stroomgordel van Herwen actief werd). Op basis van de archeologische verwachting werden archeologische resten vooral verwacht in het bovenste deel van de oeverafzettingen (bovenste meter van de bodemopbouw). Er zijn echter geen archeologisch relevante indicatoren aangetroffen die duiden op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats.

Conclusie Geconcludeerd wordt dat, op basis van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, de middelhoge verwachting voor de perioden Midden-Bronstijd t/m de Vroege-IJzertijd en een hoge verwachting voor de perioden Midden-IJzertijd t/m de Middeleeuwen bijgesteld dient te worden naar geen verwachting. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, wordt niet bevestigd voor wat betreft de verwachte archeologische waarden.

Advies Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden, adviseert Econsultancy om binnen onderhavig plangebied (het geplande met klinkers verharde werkterrein), in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ), geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. In géén van de boringen zijn archeologisch relevante indicatoren aangetroffen.

Dit advies is voorgelegd aan het bevoegd gezag in kwestie, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zevenaar en door middel van een selectiebesluit als zodanig bekrachtigd (aanvullende beoordeling archeologisch rapport door de heer drs. J. Habraken, Regioarcheoloog regio Arnhem e.o., d.d. 7 juni 2020). Met bovenstaand advies is ingestemd.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).