In verband met de aanleg van overstromingszones is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties langs de Luntersche Beek bij Scherpenzeel, gemeente Scherpenzeel, provincie Gelderland. Voor de overstromingszones zal de oever van de beek over een breedte van maximaal tien meter worden afgegraven tot maximaal 1,2 meter diepte. Dit graafwerk betekent een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied. Het doel van het bureauonderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Bij het onderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie.
De Luntersche Beek stroomt door de Gelderse Vallei. De beek voert water af vanaf de Veluwe bij Lunteren via Amersfoort naar het IJsselmeer. Binnen vijfhonderd meter omtrek zijn geen archeologische waarden geregistreerd. Wel heeft aan de overzijde van de beek boerderij Het Vliet gestaan. Uit bronnen en bodemvondsten blijkt dat die plek waarschijnlijk al bewoond was tijdens de late middeleeuwen. De beek is gekanaliseerd in 1958. De Vlieterweg liep tot circa 1980 over de tegenwoordige oprit van Het Vliet. Daarna is de weg westwaarts verlegd over een nieuwe brug.
Het selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers is om de twee planlocaties te onderzoek met behulp van verkennende boringen. Het doel daarvan is om vast te stellen wat de gaafheid en opbouw van de bodem zijn. Hiermee kan de kans op de aanwezigheid van archeologische waarden beter worden ingeschat.