In opdracht van Alliander heeft RAAP in juni en juli 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Lutjewallerweg te Barsingerhorn in de gemeente Hollands Kroon. Binnen het plangebied gold op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting voor de periode ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen. Resten uit deze periode werden verwacht op de getijde - inversierug, direct onder het middeleeuws kleidek. In de boringen 21, 22 en 24 is in de top van de onder een kleidek gelegen kwelderafzettingen een kalkarme, humeuze laag aangetroffen. Hoewel er in deze laag geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen wordt deze laag op grond van de samenstelling en stratigrafische positie geïnterpreteerd als een oud loopvlak. Gezien de ligging van deze boringen in AMK terrein 1777, een terrein met resten uit de ijzertijd, wordt de humeuze laag geïnterpreteerd als een loopvlak uit deze periode. De hoge verwachting voor deze periode blijft in de zone tussen boring 20 en 24 daarom bestaan. In de overige boringen is op dit stratigrafisch niveau geen loopvlak aangetroffen. Daar kan de verwachting voor deze periode naar laag worden bi jgesteld. Binnen het plangebied gold op basis van het bureauonderzoek een middelhoge verwachting voor resten gerelateerd aan terpen uit de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. In boring 8 zijn twee scherp begrensde lagen aangetroffen die afwijken van het algemene beeld van de bodemopbouw. In de zone rondom deze boring lagen in het veld diverse fragmenten aardewerk aan het maaiveld. Op grond van deze waarnemingen wordt geconcludeerd dat er zich in de zone tussen boring 6 en 10 mogelijk resten van een terp / terpen aanwezig zijn. In deze zone blijft er daarom een verwachting bestaan voor resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Het betreft de delen van het plangebied tussen boring 6 en 10 en tussen boring 20 en 24. Daarom wordt geadviseerd om de plannen zodanig aan te passen dat verstoring wordt voorkomen. Dat kan door de geplande middenspanningskabel in die delen van het tracé middels gestuurde boringen aan te leggen.