Rijk en arm op het Grote Oost en in de Schoolsteeg

Tijdens de archeologische waarneming, die gedurende de restauratie- en verbouwingswerkzaamheden van Grote Oost 47 is gestart, is een groot aantal archeologische sporen, zowel inpandig als uitpandig, gedocumenteerd. Daarnaast is veel vondstmateriaal verzameld, vooral uit een kelder, die eind 18de eeuw is dichtgestort. Inpandige restauratie en verbouwing van oude panden betekent weliswaar behoud van de monumentale waarden, maar kan een bedreiging voor de archeologische waarden vormen. Een reguliere opgraving is in dit soort gevallen niet mogelijk. Het gevolg is dat de archeologische sporen tijdens de werkzaamheden gedocumenteerd moeten worden, en dat is om praktische redenen niet altijd goed mogelijk. Dit rapport geeft het belang aan om bij restauratie en/of verbouw van panden in het historisch centrum een archeologisch onderzoek goed in te plannen. De archeologische sporen die zijn aangetroffen dateren vanaf de 16de eeuw en behoren tot meerdere percelen. Het dendrochronologisch onderzoek dat in het pand Grote Oost 47 is uitgevoerd, toont aan dat het pand dateert na 1604. Een precies bouwjaar is dus niet bekend; waarschijnlijk vond de bouw tussen 1604 en 1625 plaats. Uit de waarneming blijkt dat pand Grote Oost 45 oorspronkelijk langer was dan nu het geval en dat de achtergevel op dezelfde lijn stond als het buurpand (Grote Oost 43, het Foreestenhuis). Vóór 1823 is het pand ingekort en na 1893 is het weer verlengd tot de huidige lengte. Op het erf achter het pand zijn een waterput (rond), een kleine waterkelder, een restant van een plaatsje en een aansluiting voor een riool aangetroffen. Tussen het erf en de tuin van het Foreestenhuis stond een muur. Van een tweetal funderingen is de functie onduidelijk. Het pand Grote Oost 47 was mogelijk opgedeeld in drie woningen, maar het is onduidelijk of dit direct bij de bouw is gebeurd of dat dit iets later in de 17de eeuw is gedaan. Tegenwoordig heeft het pand nog altijd twee adressen: Grote Oost 47 en Schoolsteeg 1. In de zijgevel bevinden zich twee deuren, die samenhangen met de verschillende woningen. Volgens de oudste kadastrale kaart uit 1823 bestond het pand toen uit twee delen en tussen 1823 en 1893 zijn deze samengevoegd tot één kadastraal nummer. Dat het pand oorspronkelijk was verdeeld in drie delen valt te concluderen uit de aangetroffen funderingen en kelders. In het pand was een grote voorraadkelder aanwezig, die bestond uit twee afzonderlijke delen. Het ene deel hoorde bij Grote Oost 47 en het andere bij de woning die in dit rapport Schoolsteeg 1A is genoemd. De kelders hadden wanden die deels waren voorzien van witte tegels en op de vloer lagen gele en groene plavuizen; beide waren deels voorzien van een tongewelf. Hoewel de tweelingkelder goed was gebouwd, is deze toch te beschouwen als goedkope uitvoering. Tegels met beschildering (bijvoorbeeld spelende kinderen) waren duurder en zijn hier niet gebruikt. Ook binnen woning Schoolsteeg 1B lag een voorraadkelder. Deze woning had verder een inpandige waterkelder. Zowel woning 1A als 1B was zeer klein. Meer dan een kamertje met verdieping en zolder was het niet. De tweelingkelder is in de late 18de eeuw buiten gebruik gesteld en volgestort met puin en mortel. In een van beide delen is een hoeveelheid gebruiksaardewerk (o.a. borden en kopjes) en tabakspijpen aangetroffen. Dit materiaal is afkomstig van de bewoners van Grote Oost 47 en geeft een beeld van de voorwerpen die een middenklasse huishouden in deze tijd gebruikte, zoals eenvoudig theeserviesgoed en heel veel tabakspijpen. Eind 18de eeuw heeft kennelijk een verbouwing plaatsgevonden. Aannemelijk is dat het pand toen is herverdeeld in twee in plaats van drie woningen. Schoolsteeg 3 is een apart pand, dat in de 20ste eeuw bij Grote Oost 47/Schoolsteeg 1 is gevoegd. In de zijmuur is toen een doorbraak gemaakt. Het pand dateert van oorsprong uit de (late) 16de eeuw, maar de huidige muren, balklaag en zolder dateren uit later tijd. In de fundering van de westmuur is een haardplaats gevonden met bijbehorende plavuizen vloer en aspot. De schoorsteen zat dus oorspronkelijk tegen de westmuur, terwijl deze zich in later tijd tegen de noordmuur bevond. Mogelijk in de 19de eeuw is een klein stukje van het erf van Grote Oost 45 bij dit pand gevoegd. Hier is vervolgens een grote waterkelder gemaakt, die deels inpandig en deels uitpandig lag. In de 20ste eeuw was hier een kleine keuken tegen het pand aan gebouwd en mogelijk was dit al eerder het geval. Aan de Schoolsteeg stond nog een klein pand, dat in dit rapport Schoolsteeg 3B is genoemd. Deze woning is nog te zien op de kadastrale kaart van 1823; daarna is het afgebroken. Vóór 1823 was het pand langer, wat blijkt uit de aangetroffen funderingen. In het pand was een grote goed gebouwde kelder aanwezig, met een plavuizen vloer. Boven de kelder was een opkamer. De bouw van het pand is te plaatsen in de eerste helft van de 17de eeuw. Daarna hebben verschillende verbouwingen plaatsgevonden. Een bakstenen trap, die toegang gaf tot de kelder, dateert uit de 18de of 19de eeuw. Bij de inkorting van het pand is een nieuwe achtergevel gebouwd en zijn ook inpandige nieuwe muren gemaakt. Opvallend is dat tussen het afbraakpuin van het pand veel brokken van achtkantige plavuizen en kleine vierkante plavuizen zijn aangetroffen. Ze hebben behoord bij een fraaie patroonvloer en dateren vermoedelijk uit de late 17de of 18de eeuw. Verder zijn fragmenten van wandtegels van een tegelpilaar aangetroffen, die heeft behoord bij een fraaie schouw. Zowel de vloer als de schouw lijken te rijk voor dit kleine pand. Aannemelijk is dat ze (in de 18de of 19de eeuw) zijn hergebruikt en uit het Foreestenhuis afkomstig zijn. Vondsten die bij de verbouwing van het Foreestenhuis in 2014 zijn gevonden, ondersteunen deze hypothese. Het pand Schoolsteeg 3B hoorde in 1823 bij het Foreestenhuis en mogelijk was dat al eerder het geval. Er zijn aanwijzingen dat het gebouwtje halverwege de 18de eeuw als turfschuur werd gebruikt en dus niet meer werd bewoond. Bij de begeleiding zijn verder diverse metalen voorwerpen gevonden, die een aanvulling vormen op het beeld van de materiële cultuur van dit deel van de stad in het verleden. Bijzonder is een zilveren munt uit Stralsund uit 1538, die in fraaie staat bewaard is gebleven. De munt vormt een tastbaar overblijfsel van de Oostzeehandel, die Hoorn groot heeft gemaakt. De meest bijzondere vondst is een zilveren pennning ter ere van Maurits uit 1602. Deze is afkomstig van een aanhanger van het huis van Oranje in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog. De eigenaar behoorde tot de rijkere mensen in de stad. De sporen en vondsten die bij de archeologische waarneming zijn aangetroffen, tonen twee werelden. Aan de ene kant de rijkdom van de bewoners aan het Grote Oost en speciaal die van het Foreestenhuis. Resten van een bijzondere patroonvloer zijn hier een voorbeeld van. Niet eerder zijn fragmenten van een dergelijke vloer in Hoorn gevonden. De kleine woningen aan de Schoolsteeg vormen de andere kant van het verhaal. Hier woonden de armere inwoners van de stad. De bewoners van Grote Oost 47 behoorden tot de middenklasse: een eenvoudig 17de-eeuws huis, waarin waarschijnlijk een tijd lang een bakkerij zat.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-23c-rpvk
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-97-fa76
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:101154
Provenance
Creator Schrickx, C.P.
Publisher Archeologie West-Friesland
Contributor Stellingwerf, W.
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/msword; application/pdf; image/jpeg; access / accdb; illustrator / ai
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.062 LON, 52.639 LAT); Grote Oost 47; Schoolsteeg 1-3; Hoorn; Gemeente Hoorn; Noord-Holland