Utrecht, Plangebied Bartoklaan 5. Archeologisch bureauonderzoek

In opdracht van J.P. van Eesteren B.V. heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Bartoklaan 5 te Utrecht.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat ter plaatse van het plangebied geulafzettingen al dan niet afgedekt met oeverafzettingen voorkomen van de Oude Rijn. Het plangebied ligt op de stroomgordel van de Oude Rijn die actief werd 3070 jaar geleden tot en met de afdamming van de Kromme Rijn in Wijk bij Duurstede in 1122 na Chr. Specifiek ligt het plangebied op de geulafzettingen van de middeleeuwse fase van de Oude Rijn. Circa 1650 jaar geleden tot en met de afdamming van de Kromme Rijn in Wijk bij Duurstede in 1122 na Chr. migreerde de middeleeuwse geul van de Oude Rijn van zuid naar noord dwars door het plangebied en kwam tot stilstand ter hoogte van de huidige Leidsche Rijn. Bij deze migratie zullen de oudere afzettingen van de Oude Rijn zijn geërodeerd.

Bewoning was voornamelijk mogelijk op de oeverwallen langs de watervoerende geul. Op de oeverwallen van de middeleeuwse fase van de Oude Rijn zou derhalve al vanaf de vroege middeleeuwen bewoning mogelijk kunnen zijn. In de omgeving van het plangebied zijn op de oeverwallen van de Oude Rijn sporen uit de Romeinse tijd aangetroffen maar in het plangebied zullen deze door de middeleeuwse geul van de Oude Rijn zijn geërodeerd. Op basis van historische bronnen kan geconcludeerd worden dat het plangebied tot 1922 zeker onbebouwd was. Omstreeks de jaren dertig van de twintigste eeuw is de huidige bebouwing in het plangebied verschenen. Deze zal gezien de ondiepe fundering op staal (funderingssleuven) geringe verstoring hebben opgeleverd voor een eventueel archeologisch niveau.

Op basis van het bureauonderzoek is aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor archeologische waarden uit het paleolithicum tot en met de Romeinse tijd. Er geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor geul gerelateerde archeologische waarden (scheepswrakken, steigers e.d.) uit de vroege middeleeuwen tot en met de late middeleeuwen-A. Hoewel het plangebied is gelegen op de geulafzettingen van de middeleeuwse Oude Rijn, is niet geheel uit te sluiten dat aan het eind van de vroege middeleeuwen de geul inmiddels buiten het plangebied was gemigreerd en het plangebied op de oever van deze geul lag. Daarom geldt een lage tot middelhoge verwachting voor bewoningssporen uit de vroege middeleeuwen tot de late middeleeuwen. Voor bewoningssporen uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd geldt een hoge verwachting.

Het plangebied ligt in een gebied waarbij geen archeologisch onderzoek verplicht is voor grondverstorende werkzaamheden van minder dan 1000 m2 en niet dieper dan 50 cm –mv. Volgens de huidige plannen wordt het plangebied 0,7 à 0,8 m opgehoogd en worden de funderingsbalken in de ophooglaag gerealiseerd. Alleen de liftschacht (5 m2) zal tot een diepte van 0,5 à 0,6 m beneden het huidige maaiveld worden gerealiseerd. Door de heipalen (108 palen met een van doorsnede 360 mm) zal in totaal 12 m2 worden verstoord. Dit betekent dat er minder dan 1000 m2 zal worden verstoord, waardoor er volgens het gemeentelijk beleid geen archeologisch vervolgonderzoek hoeft te worden uitgevoerd.

Indien de funderingsbalken niet gerealiseerd worden in de opgehoogde grond en dieper dan 50 cm beneden het huidige maaiveld worden aangelegd, dan zal circa 950 m2 worden verstoord. Ook dan hoeft er geen archeologisch vervolgonderzoek te worden uitgevoerd. Indien toch meer dan 1000 m2 wordt verstoord dan wordt een proefsleuvenonderzoek geadviseerd. Hiermee dient inzicht verkregen te worden van de aard, omvang en behoudenswaardigheid van eventuele archeologische resten. Voorafgaand aan het proefsleuvenonderzoek dient een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld, waarin de eisen waaraan het onderzoek dient te voldoen zijn vastgelegd.

Niet alleen de nieuwbouwplannen kunnen de archeologische waarden bedreigen. Bij veel sloopwerkzaamheden, waarbij de funderingen worden uitgegraven, kan het archeologisch niveau ook verstoord raken. De huidige bebouwing in het plangebied is op staal gefundeerd, waarbij de bodem alleen ter hoogte van de funderingssleuven is verstoord. Derhalve dient er voor gezorgd te worden dat alleen de bestaande poeren en funderingsbalken met beleid worden verwijderd, zodat geen “onverstoorde” grond wordt geroerd. Indien dit niet mogelijk is en meer dan 1000 m² funderingssleuf verwijderd gaat worden, wordt geadviseerd om de ondergrondse sloop archeologisch te begeleiden conform protocol proefsleuven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xyd-wjpm
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-vcm0-vb
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-zxr-8xuq
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-29n-wx9d
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-xq5-drxb
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-2ar-zrsu
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:73756
Provenance
Creator Kooi, M.
Publisher BAAC bv
Contributor BAAC bv; J.P. van Eesteren B.V.
Publication Year 2017
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.092 LON, 52.084 LAT); Gemeente Utrecht; Provincie Utrecht; Plaats Utrecht; Bartoklaan 5