Het veldonderzoek heeft uitgewezen dat het overgrote deel van de boringen verstoord is geraakt, vermoedelijk door het omzetten van de grond in de 20e eeuw. Verschillende indicatoren zoals baksteen en plastic op dieptes tot 150 cm beneden maaiveld, tot in het dekzand, zijn hier het bewijs van. Daarnaast zijn er in het plangebied geen indicatoren aangetroffen die een aanwijzing zouden kunnen vormen voor de aanwezigheid van een vindplaats in of nabij het plangebied.
Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase