In opdracht van Rijkswaterstaat Zee en Delta heeft Periplus Archeomare BV een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd van het zandwingebied Q02 Diep op de Noordzee.Tijdens de analyse van de side scan sonar en multibeamopnamen zijn 217 contacten gerapporteerd. Het merendeel van de contacten bestaat uit kleine, afgeronde objecten met een diameter tot ca 1,5 meter en een hoogte van 0,2 tot 0,4 meter. Waarschijnlijk betreffen dit losgeslagen stukken veen, maar het kan niet worden uitgesloten dat hier ook stenen met een glaciale oorsprong kunnen worden aangetroffen.Op vijf locaties binnen het zoekgebied zijn duidelijke antropogene resten aangetroffen waarvan niet met zekerheid kan worden gesteld dat deze geen archeologische waarde hebben.Eén locatie bevat de duidelijke resten van een scheepswrak. Een eerste inspectie met videoapparatuur heeft uitgewezen dat het om een ijzeren schip gaat. Een tweede locatie bevat resten die tijdens een eerder onderzoek in 1987 al geclassificeerd waren als mogelijke wrakresten. De overige drie locaties bevatten losse, geïsoleerde antropogene objecten waarvan de aard niet kon worden vastgesteld, en waarvan niet kan worden uitgesloten dat deze een archeologische waarde hebben.Zolang de vijf locaties met een archeologische verwachting niet nader geïdentificeerd zijn door middel van een duik- of ROV inspectie, wordt geadviseerd om deze locaties inclusief een bufferzone van 100 meter rondom, te ontzien bij de geplande zandwinning en deze locaties gedurende de zandwinactiviteiten te monitoren om eventuele verstoringen in kaart te brengen.Naast de genoemde locaties kunnen in het gebied nog begraven resten van scheeps- of vliegtuigwrakken voorkomen. Prehistorische in situ nederzettingssporen worden niet verwacht. Vooral onder de 1 tot 4 m dikke holocene laag marien schelpenhoudend zand (Bligh Bank Laagpakket) kunnen wel verspoelde vuurstenen artefacten uit het Midden Paleolithicum en Laat Paleolithicum tot Vroeg Mesolithicum voorkomen.Tijdens de zandwinning in het plangebied kunnen wrakresten aan het licht komen die tot heden volledig was afgedekt in de waterbodem of niet als archeologisch object is herkend tijdens het geofysisch onderzoek. De uitvoerder is conform de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) verplicht om dergelijke vondsten te melden bij de bevoegde overheid. Deze meldingsplicht voor archeologische vondsten dient in het bestek of Plan van Aanpak van het werk te worden opgenomen.