Plangebied Hoeverdijk 76 te Borkel, gemeente Valkenswaard; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

DOI

InleidingIn opdracht van Geofoxx milieu expertise heeft RAAP in april 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Hoeverdijk 76 te Borkel in de gemeente Valkenswaard. Het plangebied betreft twee terreinen aan weerszijden van de Hoeverdijk die ingericht zijn met kippenstallen. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning voor de sloop van de kippenstallen en aanverwante inrichting op het terrein.Resultaten bureauonderzoekOp basis van het voorkomen van een goed ontwaterde laarpodzol worden resten van landbouwers verwacht. Er is een middelhoge verwachting gespecificeerd voor resten van bewoning, beakkering en begraving uit de periode neolithicum t/m late middeleeuwen. Deze resten kunnen bestaan uit oppervlakkige spreiding van vondstmateriaal (vnl. aardewerk) en dieper ingegraven grondsporen (zoals greppels, paalkuilen en waterputten). Aangezien het plangebied in de nieuwe tijd in gebruik was als heide worden voor deze periode enkel resten van extensief landgebruik verwacht (zoals karrensporen).Resultaten booronderzoekUit het booronderzoek blijkt dat de bodem in het plangebied bestaat uit een cultuurdek op een droge podzolgrond. Deze bodem is echter grotendeels geroerd tot (in) de C-horizont. Aangezien in drie boringen verspreid over het plangebied nog restanten van een gebroken podzol zijn aangetroffen, lijkt de C-horizont in algemene zin niet heel diep geroerd. In één boring is zelfs nog sprake van een intacte EB-horizont. De ongeroerde top van het dekzand ofwel het niveau waarop archeologische sporen verwacht kunnen worden, bevindt zich op een diepte vanaf 45 cm –Mv.AdviesOnderhavig onderzoek heeft uitgewezen dat in het plangebied mogelijk dieper ingegraven grondsporen voorkomen uit de periode neolithicum t/m late middeleeuwen. Deze sporen worden vanaf 45 cm –Mv. verwacht, in de top van het ongeroerde dekzand. Daarom blijft de dubbelbestemming behouden: voor ingrepen dieper dan 45 cm –Mv. geldt een onderzoeksplicht. Dit onderzoek kan bestaan uit een waarderend onderzoek in de vorm van proefsleuven na het slopen van de stallen en het verwijderen van de aanwezige verharding.In principe geldt deze onderzoeksplicht óók voor de voorgenomen sloop. De ervaring leert ons echter dat een machinale sloop van betonconstructies nauwelijks waarnemingsmogelijkheden biedt. Het archeologisch begeleiden van de ondergrondse sloop wordt dan ook niet geadviseerd. Hiertoe zijn in het laatste hoofdstuk van onderhavig rapport een aantal slooprichtlijnen opgenomen.

Date: 2020-04-09

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xr6-yet3
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xr6-yet3
Provenance
Creator R.E.E. Roggen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.C. Diepeveen; RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.C. Diepeveen (Raap bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/octet-stream; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet; text/xml
Size 18911; 22875; 6419; 7108; 1493; 2389
Version 2.0
Discipline Humanities