Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied ligt in de ArcheoRegio
'Brabants zandgebied' en ligt op de geomorfologische kaart op een dekzandrug.
Volgens de bodemkaart komen er in de ondergrond van het plangebied hoge zwarte enkeerdgronden (esdek) voor. De beleidskaart van de gemeente Laarbeek maakt melding van een mogelijk verstoorde ondergrond.
In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot gemiddeld 100 cm -mv. Hieruit blijkt dat de bodemopbouw bestaat uit een 30 tot 40 cm dikke A-horizont met hieronder een omgewerkte overgangshorizont (AC) met veel vlekken en vervolgens het onverstoorde moedermateriaal (C-horizont). De grens tussen de A- en de C-horizont is overal scherp wat duidt op een antropogene verstoring. Tijdens het booronderzoek zijn ook geen archeologische indicatoren aangetroffen.
Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de
voorgenomen ontwikkeling.