Modificatie 19Op basis van de resultaten van het veldonderzoek kan een deel van het tracé behorend bij modificatie 19 worden vrijgegeven voor vervolgonderzoek. Rondom de boringen 83, 84, 89, 96, 100, 101, 102, 103, 111 en 112 wordt echter aanvullend booronderzoek aanbevolen. Hiertoe dient de onderlinge boorafstand op het tracé plaatselijk te worden verdicht tot 25 m.Modificatie 20De ingrepen binnen modificatie 20 blijven ruim binnen de gemeentelijke vrijstellingsgrens van 2.500 m2.Modificatie 21De ingrepen binnen modificatie 20 blijven ruim binnen de gemeentelijke vrijstellingsgrens van 2.500 m2.Modificatie 29aOp basis van de resultaten van het veldonderzoek kan het grootste deel van het tracé behorend bij modificatie 29a worden vrijgegeven voor vervolgonderzoek. Rondom de boringen 35, 36, 40 en 53 wordt echter aanvullend booronderzoek aanbevolen. Hierbij dient het boorgrid te worden verdicht tot boringen om de 25 m. Het doel van dit onderzoek is informatie te verzamelen over de aard, omvang, datering, diepteligging, gaafheid, conservering en waarde van eventuele archeologische vindplaatsen. De boringen dienen met een Edelmanboor (diameter 15 cm) te worden uitgevoerd tot in de C-horizont van het dekzand. Het monstervolume van deze boringen dient te worden gezeefd over een 4 mm zeef. Wanneer bij de werkzaamheden die niet voor vervolgonderzoek in aanmerking komen archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding gemaakt worden bij de bevoegde overheid (gemeente Steenwijkerland). Dit is een wettelijke verplichting. Over de hier beschreven aanbevelingen dient contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid: de gemeente Steenwijkerland.

Date: 01/04/2016 (veldwerk)