Dijkversterking Capelle aan den IJssel. Locatie Dorpsstraat en Tweede Slotgracht, Dijkversterking Capelle aan den IJssel. Locatie Dorpsstraat en Tweede Slotgracht, gemeente Capelle aan den IJssel; archeologisch onderzoek: een opgraving – variant archeologische begeleiding.

In opdracht van Mourik Groot-Ammers B.V. heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op twee locaties aan de Dorpstraat in Capelle aan den IJssel een archeologische begeleiding uitgevoerd van graafwerkzaamheden in het kader van de dijkversterking Capelle a/d IJssel en Moordrecht. Tijdens dit onderzoek zijn aanwijzingen gevonden voor archeologische vindplaatsen uit de Nieuwe tijd. Het primaire doel van deze opgraving was het veilig stellen van de wetenschappelijke informatie van deze vindplaats die tijdens archeologisch vooronderzoek is aangetroffen (behoud ex situ).

De archeologische begeleiding is op twee locaties en in twee fases uitgevoerd. Op 31 mei 2016 zijn de graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen aan de Dorpsstraat tegenover huisnummers 46 t/m 54 onder archeologische begeleiding uitgevoerd (deelgebied A). Op deze locatie staan op diverse historische kaarten steenovens aangegeven. De graafwerkzaamheden bestond uit de aanleg van een sleuf van 1,5 m breed langs de voet van de dijk. Gedurende de werkzaamheden is alleen de graszode verwijderd. Van het dijktalud is geen grond verwijderd. Tijdens de begeleiding zijn geen funderingen aangetroffen. Een verstoorde kuil met baksteenpuin en een dieper gelegen puinlaag eveneens bestaande uit voornamelijk baksteenpuin zijn niet van een dergelijke aard dat ze met zekerheid kunnen worden toegewezen aan de steenovens. Echter, binnen deelgebied A is geen andere bebouwing bekend dan de voormalige steenovens wat een relatie tussen de archeologische resten en de steenovens aannemelijk maakt.

Vervolgens zijn tussen 21 juni en 5 juli 2016 de baggerwerkzaamheden en ontgravingen ten behoeve van het aanbrengen van stortsteen in de Tweede Slotgracht van het kasteel Capelle, onder archeologische begeleiding uitgevoerd (deelgebied B). De gracht bevindt zich direct onderaan het dijklichaam. Uit het onderzoek blijkt dat de gracht bestaat uit 3 vullingen . Vulling 1 (S2001) zou op basis van 23 passende (een rood geglazuurde kan) aardewerkfragmenten in de 17e eeuw gedateerd kunnen worden, terwijl de onderliggende vulling (S2002) op basis van het aardewerk in de tweede helft van de 18e eeuw dateert, dit keer op basis van 2 scherven. Oftewel, de onderliggende laag zou jonger zijn. Het lijkt duidelijk dat dit niet kan kloppen: er is in beide lagen maar zeer weinig vondstmateriaal in aangetroffen, dat op verschillende manieren ´verdwaald´ kan zijn. De oudste vulling (grachtbodem) bestaat uit een zwarte sliblaag met puinfragmenten, echter zonder dateerbaar vondstmateriaal. Wel is op de bodem van de gracht een houten balk aangetroffen. De balk steekt uit de onderkant van de dijk, ligt over de gracht heen en sluit waarschijnlijk aan op een niet opgegraven deel dat de duiker met de binnenste slotgracht verbindt, ter verversing van het water daar. Midden in de gracht is een paal ingeslagen onder de balk. Waarschijnlijk als versteviging. De exacte relatie van de twee houten plankjes tot de balk is niet duidelijk geworden. Aangenomen wordt dat de balk een duiker betreft.

Teixeira de Mattos (1908) vermeldt in het begin van de 20e eeuw het bestaan van een houten inlaatduiker bij het voormalig slot te Capelle. De afmetingen en diepteligging van de aangetroffen balk komen echter niet helemaal overeen met opmeting uit 1905. Mogelijk heeft dit te maken met postdepositionele processen, zoals klink. Botanisch onderzoek heeft uitgewezen dat naast de gracht diverse bomen hebben gestaan waaronder de beuk en linde die in betreffende periode vaak als sier-, gracht- of laanbeplanting werden aangebracht. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor hennepteelt in de omgeving en de verwerking van boekweit. In de monsters uit de grachtvulling zijn slechts weinig soorten waterplanten en met geringe aantallen gevonden. Dit kan erop wijzen dat de gracht regelmatig geschoond werd. Plantensoorten van graslanden zijn nauwelijks vertegenwoordigd; akkeronkruiden en ruderalen daarentegen zijn in ruime mate aangetroffen. Een deel hiervan zal ongetwijfeld afkomstig zijn van naastgelegen bosschages, erven en tuinen.

Behalve de balk is er nog een halfronde bakstenen structuur aangetroffen toen tijdens de werkzaamheden op de locatie van de huidige brug een deel van de dijk inklapte. De put heeft een enkel steens, los gestapelde opbouw en betreft mogelijk een wasplaats of secreet. De structuur kon niet nader gedateerd worden dan Midden / Late Nieuwe tijd. Op de kadastrale minuut uit 1911-1832 is direct ten zuiden van de bakstenen structuur een perceel zichtbaar dat wordt aangeduid als erf met schuur. Aangenomen wordt dat de wasplaats of secreet hieraan gerelateerd kan worden.

Met deze opgraving – variant archeologische begeleiding is het onderzoek in het onderzoeksgebied en daarmee ook in het plangebied afgesloten. De resultaten wijzen er op dat in aangrenzende gebieden buiten het plangebied met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen.|In opdracht van Mourik Groot-Ammers B.V. heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op twee locaties aan de Dorpstraat in Capelle aan den IJssel een archeologische begeleiding uitgevoerd van graafwerkzaamheden in het kader van de dijkversterking Capelle a/d IJssel en Moordrecht. Tijdens dit onderzoek zijn aanwijzingen gevonden voor archeologische vindplaatsen uit de Nieuwe tijd. Het primaire doel van deze opgraving was het veilig stellen van de wetenschappelijke informatie van deze vindplaats die tijdens archeologisch vooronderzoek is aangetroffen (behoud ex situ).

De archeologische begeleiding is op twee locaties en in twee fases uitgevoerd. Op 31 mei 2016 zijn de graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen aan de Dorpsstraat tegenover huisnummers 46 t/m 54 onder archeologische begeleiding uitgevoerd (deelgebied A). Op deze locatie staan op diverse historische kaarten steenovens aangegeven. De graafwerkzaamheden bestond uit de aanleg van een sleuf van 1,5 m breed langs de voet van de dijk. Gedurende de werkzaamheden is alleen de graszode verwijderd. Van het dijktalud is geen grond verwijderd. Tijdens de begeleiding zijn geen funderingen aangetroffen. Een verstoorde kuil met baksteenpuin en een dieper gelegen puinlaag eveneens bestaande uit voornamelijk baksteenpuin zijn niet van een dergelijke aard dat ze met zekerheid kunnen worden toegewezen aan de steenovens. Echter, binnen deelgebied A is geen andere bebouwing bekend dan de voormalige steenovens wat een relatie tussen de archeologische resten en de steenovens aannemelijk maakt.

Vervolgens zijn tussen 21 juni en 5 juli 2016 de baggerwerkzaamheden en ontgravingen ten behoeve van het aanbrengen van stortsteen in de Tweede Slotgracht van het kasteel Capelle, onder archeologische begeleiding uitgevoerd (deelgebied B). De gracht bevindt zich direct onderaan het dijklichaam. Uit het onderzoek blijkt dat de gracht bestaat uit 3 vullingen . Vulling 1 (S2001) zou op basis van 23 passende (een rood geglazuurde kan) aardewerkfragmenten in de 17e eeuw gedateerd kunnen worden, terwijl de onderliggende vulling (S2002) op basis van het aardewerk in de tweede helft van de 18e eeuw dateert, dit keer op basis van 2 scherven. Oftewel, de onderliggende laag zou jonger zijn. Het lijkt duidelijk dat dit niet kan kloppen: er is in beide lagen maar zeer weinig vondstmateriaal in aangetroffen, dat op verschillende manieren ´verdwaald´ kan zijn. De oudste vulling (grachtbodem) bestaat uit een zwarte sliblaag met puinfragmenten, echter zonder dateerbaar vondstmateriaal. Wel is op de bodem van de gracht een houten balk aangetroffen. De balk steekt uit de onderkant van de dijk, ligt over de gracht heen en sluit waarschijnlijk aan op een niet opgegraven deel dat de duiker met de binnenste slotgracht verbindt, ter verversing van het water daar. Midden in de gracht is een paal ingeslagen onder de balk. Waarschijnlijk als versteviging. De exacte relatie van de twee houten plankjes tot de balk is niet duidelijk geworden. Aangenomen wordt dat de balk een duiker betreft.

Teixeira de Mattos (1908) vermeldt in het begin van de 20e eeuw het bestaan van een houten inlaatduiker bij het voormalig slot te Capelle. De afmetingen en diepteligging van de aangetroffen balk komen echter niet helemaal overeen met opmeting uit 1905. Mogelijk heeft dit te maken met postdepositionele processen, zoals klink. Botanisch onderzoek heeft uitgewezen dat naast de gracht diverse bomen hebben gestaan waaronder de beuk en linde die in betreffende periode vaak als sier-, gracht- of laanbeplanting werden aangebracht. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor hennepteelt in de omgeving en de verwerking van boekweit. In de monsters uit de grachtvulling zijn slechts weinig soorten waterplanten en met geringe aantallen gevonden. Dit kan erop wijzen dat de gracht regelmatig geschoond werd. Plantensoorten van graslanden zijn nauwelijks vertegenwoordigd; akkeronkruiden en ruderalen daarentegen zijn in ruime mate aangetroffen. Een deel hiervan zal ongetwijfeld afkomstig zijn van naastgelegen bosschages, erven en tuinen.

Behalve de balk is er nog een halfronde bakstenen structuur aangetroffen toen tijdens de werkzaamheden op de locatie van de huidige brug een deel van de dijk inklapte. De put heeft een enkel steens, los gestapelde opbouw en betreft mogelijk een wasplaats of secreet. De structuur kon niet nader gedateerd worden dan Midden / Late Nieuwe tijd. Op de kadastrale minuut uit 1911-1832 is direct ten zuiden van de bakstenen structuur een perceel zichtbaar dat wordt aangeduid als erf met schuur. Aangenomen wordt dat de wasplaats of secreet hieraan gerelateerd kan worden.

Met deze opgraving – variant archeologische begeleiding is het onderzoek in het onderzoeksgebied en daarmee ook in het plangebied afgesloten. De resultaten wijzen er op dat in aangrenzende gebieden buiten het plangebied met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zx3-nz9b
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-9t-nujb
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:238720
Provenance
Creator RAAP Archeologisch Adviesbureau, RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Zuid-Holland; RAAP Archeologisch Adviesbureau, RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpg/jpeg file; excel xml; moca database; geography markup language; pdf portable document format
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.586 LON, 51.922 LAT); Zuid-Holland; Capelle aan den IJssel; Capelle aan den IJssel; Dorpstraat; 37H (kaartblad)