In opdracht van Aannemersbedrijf Gerwers Tilligte BV heeft RAAP in juni en juli 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Landbouwbrug buitengebied Almen in de gemeente Lochem.
Het plangebied ligt in een gevarieerd landschap met dekzandruggen, dekzandwelvingen, beekafzettingen en een rivierduin. Tevens zijn delen hiervan overstoven met stuifzand of afgedekt met verspoeld dekzand. Langs en op de dekzandruggen,-welvingen en (overstoven) rivierduin is op veel locaties bodemvorming aangetroffen. Ook zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van een oude akkerlaag en is in delen van het gebied een plaggendek aanwezig. Met inachtneming van de nabijgelegen vindplaatsen en hooggelegen bewoningslocaties op de dekzandruggen/rivierduin kan worden gesteld dat de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen ook binnen delen van het plangebied niet kunnen worden uitgesloten.
De geplande ingrepen reiken tot maximaal 60 cm –mv. Het is nog niet bekend op welke locaties deze diepte zal worden bereikt en op welke locaties (veel) ondieper zal worden geroerd. Aangezien de overgang naar de natuurlijke ondergrond en de potentiële archeologisch niveaus in veel gevallen ondieper liggen is het voor een advies op maat van belang de exacte verstoringsdiepte van de civieltechnische werkzaamheden af te zetten tegen de bevindingen van onderhavig onderzoek. Volgens de gemeentelijke richtlijnen geldt een vrijstellingsgrens van 30 cm –mv. In de delen waar de bodem niet dieper dan 30 cm –mv zal worden geroerd wordt dan ook geen vervolgonderzoek geadviseerd. Daar waar wel dieper zal worden geroerd adviseert RAAP vanwege de beperkte en wisselende ingrepen een opgraving – variant archeologische begeleiding (een proefsleuvenonderzoek zal in veel gevallen meer bodemverstoring opleveren dan het civiele werk).
