In opdracht van Woningbedrijf Velsen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 16 augustus 2007 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de sloop van de huidige bebouwing en de bouw van nieuwe woningen in de gemeente Velsen. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied ligt op een strandwal, die is bedekt met Oude Duinen. In de omgeving van het plangebied zijn op verschillende locaties in het duinzand enkele akkerlagen aangetroffen. Deze akkerlagen lijken uit de prehistorie (Brons- en IJzertijd) en de Romeinse tijd te dateren. Het plangebied is pas vanaf de jaren 40 van de 20e eeuw (deels) bebouwd geraakt. Op grond van het bureauonderzoek gold voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Bronstijd t/m de Romeinse tijd. Voor vindplaatsen uit de Middeleeuwen gold een middelmatige verwachting. Tijdens het veldonderzoek is over het algemeen een opeenvolging van duinzand, met veen aangetroffen. Het veen ontstond waarschijnlijk in lokale depressies in het duinlandschap waar water bleef staan. Dit veen is vervolgens als gevolg van verder gaande duinvorming overstoven door duinzand. Tijdens het veldonderzoek is in 5 boringen een akkerlaag aangetroffen. In de boringen 2, 3, 7, 10 en 18 gaat het waarschijnlijk om een (sub)recente akkerlaag uit de Middeleeuwen of Nieuwe tijd, die direct onder de verstoorde bovenlaag is aangetroffen. Deze laag kan echter wellicht ook een oudere datering kennen. Aangezien geen indicatoren zijn aangetroffen kan hierover geen duidelijkheid worden verkregen. In boring 2 gaat het om een akkerlaag uit de prehistorie, die is aangetroffen direct onder het veen. In deze akkerlaag zijn eveneens geen archeologische indicatoren aangetroffen. Binnen het plangebied zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van boerderijen uit de prehistorie in de vorm van houtskool en/of aardewerk. Mogelijk bevond de van de huidige bebouwing. Deze zal door de aanleg van de kelders daaronder dan wel zijn verdwenen. Vanwege het ontbreken van de akkerlaag in het grootste gedeelte van het plangebied en vanwege het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van boerderijen uit de prehistorie in de vorm van houtskool en/of aardewerk, wordt voor het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. Wel wordt geadviseerd om bij een eventuele ontgraving de gemeentelijke archeoloog de gelegenheid te bieden om waarnemingen te doen naar het hoe en waarom van de slechts plaatselijk aanwezige cultuurlagen binnen het plangebied.