Rapportage archeologisch onderzoek Nederweert-Voedingskanaal (1988)

De aanleg van een persriool van Ospel naar Weert in de tweede helft van 1988 bood een unieke gelegenheid om een ‘kijkgat’ te kijgen binnen de terreinen in de onmiddellijke omgeving van het meerjarige archeologische ‘Wessemerdijkproject’. Gebruikmakend van de machinale afgraving van de bouwvoor en nagenoeg zonder verdere speciale opgravingswerkzaamheden werd in totaal een oppervlakte van 2135 m2 onderzocht. Het terrein lag in de buurtschap Hulsen, op de oostoever van Kanaal Wessem-Nederweert en flankerend aan het zogenaamde ‘Voedingskanaal’, vandaar de naam van de opgraving. Het onderzoek heeft de volgende resultaten opgeleverd: In het onderzochte gebied zijn twee onafhankelijk leemwinningszones aangesneden. Van de zuidwestelijke zone, Z2, is alleen de uiterste oostgrens gevonden; deze zone is verloren gegaan bij de aanleg van Kanaal Wessem-Nederweert maar is in voortgezette vorm op de westoever van dat kanaal nog herkenbaar in het geaccidenteerde landschap. De noordelijke zone is over een lengte van 190 meter aangesneden. Daarvan bestaat 90 meter uit een sterke gemengde laag van vuilgele zand- en leembrokken. Een zone van 100 meter is opgebouwd uit een patroon van bruinrode, met fijnkorrelig baksteenpuin, gruis en leem gevulde inhoud. De kuilen zijn onregelmatig van vorm en lijken relatief jonger dan de sterk gemengde laag uit hun periferie. Aangetroffen vondstenmateriaal versterkt het vermoeden dat de leemwinningsputten een rol speelden in de baksteenfabricage. Circumstantial evidence daarvoor zijn gesinterde en verglaasde ovenfragmenten en een baksteen. In het steriele gedeelte van de ondergrond, tussen de beide leemwinningszones Z1 en Z2, werd slechts één grondspoor aangetroffen in de vorm van een 19m lange greppel. Deze lijkt niet gecorreleerd met de vroeg-19e-eeuwse kadastrale grenzen en is daarom (en ook op basis van textuur) waarschijnlijk laat-middeleeuws. Het in de greppel aangetroffen vondstmateriaal is zowel laat-middeleeuws als verbonden aan de baksteenfabricage. Theoretisch zou dus de leemwinning en baksteenfabricage een laat-middeleeuwse datering kunnen hebben. Waarschijnlijk is dat echter niet, omdat archiefonderzoek uitwijst dat de leemwinning ter plaatse op het einde van de 17e eeuw nog plaatsvond of althans nog in de toponomie ter plaatse bekend was. In dat geval zou de greppel veel ouder dan de leemwinning zijn. Al met al blijft de relatieve datering van leemputten en greppel dus een puzzeltje met ontbrekende stukjes. Het in de archieven expliciet aangeduide lage en hoge gedeelte van het ‘Tiegelvelt’ menen we teruggevonden te hebben in de vorm van de helling aan de rand van de leemkuilen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x3x-tzru
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-jhmr-g7
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:75181
Provenance
Creator Bruekers, A.W.J.
Publisher STRABO
Contributor STRABO
Publication Year 2017
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.762 LON, 51.274 LAT); Nederweert; Nederweert-Voedingskanaal; Limburg