De geinterviewde is geboren in 1926 in Nederland. Hij vertelt over de aanloop van de Tweede Wereld Oorlog en de capitualtie van Duitsland. Hij meldde zich in 1944 als oorlogsvrijwilliger. Hij kwam in Vught en werd hierna ingezet met de stoottroepers in Zeeland en later west-Brabant. Vlak na de bevrijding koos hij er voor naar Indie te gaan. Hij vergelijkt het verschil in omgang binnen de stoottroepen en de dienstplichtige bataljons. Bij de stoottroepers was er sprake van hechte kameraadschap. Hij vertelt over de motivatie van de Nederlanders om in Indie te vechten. Bij het vuurgevecht bij Soekarame raakt de geinterviewde zwaar gewond. Hij vertelt over zijn twijfels over de leiding van de luitenant. Hij werd getransporteerd naar het hospitaal in Lahat en keerde in 1948 terug naar Nederland op het hospitaalschip De Grote Beer. Door zijn verwondingen werd hij uiteindelijk afgekeurd voor een baan bij de Koninklijke Marechaussee. Hij werkte bij verschilende bedrijven en kwam via de BMNO aan een aanvullend pensioen. De geinterviewde is trots dat hij zijn werk als militair gedaan heeft.