ArcheoProjecten in september 2018 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Rijndijk 14-18 in Hazerswoude-Rijndijk. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen bestemmingsplanwijziging ten behoeve van verdere ontwikkeling van het terrein. Op basis van het door Hazenberg archeologie uitgevoerde bureauonderzoek werd geadviseerd het noordwestelijk deel van het terrein (opslagterrein) vrij te geven tot 150 cm –mv en voor het zuidoostelijk deel (voormalig fabriekscomplex) tot 50 cm –mv. Bij eventuele diepere ontgravingen wordt voor het zuidelijk deel een booronderzoek geadviseerd om vast te stellen of eventuele archeologische waarden nog aanwezig zijn. Een verder booronderzoek werd voor het noordwestelijk terreindeel niet opportuun geacht vanwege de grootschalige verstoringen. Het bevoegd gezag is hiermee akkoord gegaan. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. De bovengrond in het plangebied is tot tenminste 75 cm –mv, maar waarschijnlijk tot gemiddeld 100 cm –mv sterk verstoord of recent opgebracht. Daaronder bevinden zich afzettingen uit de (rest)geul van de Oude Rijn. Deze afzettingen zijn grotendeels onder water gevormd, er heeft zich geen bewoonbare situatie voorgedaan sinds het ontstaan van de restgeul in de Romeinse tijd. Eventuele oudere resten zijn door de Oude Rijn geërodeerd. Wel kunnen zich maritieme resten, bijvoorbeeld gezonken schepen of resten die samenhangen met het verlanden van de geul, bevinden in de ondergrond. De verwachting kan worden bijgesteld naar laag voor het aantreffen van sporen vanaf de Romeinse tijd. De verwachting op oudere sporen was al laag. Wel kunnen maritieme resten aanwezig zijn die samenhangen met de bevaarbare Rijn of de verlanding van de geul na de Romeinse tijd. De trefkans op dit type vondsten is echter laag.