Plangebied Wozoco, gemeente Sittard-Geleen, archeologisch vooronderzoek: proefsleuvenonderzoek

In opdracht van Van Wijnen heeft RAAP van 4 tot en met 6 december een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het kader van het project ?Wozoco Sittard? in de gemeente Sittard-Geleen. Het doel van het onderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe was het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van archeologische vindplaatsen. Tijdens het onderzoek zijn 10 proefsleuven aangelegd met een totale oppervlakte van 550 m2. Het dekkingspercentage bedraagt daarmee ruim 10% van het onderzoeksgebied en 5,8% van het plangebied. Zowel in het plangebied als in de directe omgeving ervan zijn in het verleden diverse archeologische onderzoeken uitgevoerd. Op basis hiervan kon verwacht worden dat zich in het onderzoeksgebied archeologische resten zouden kunnen bevinden.

Het fysisch-geografisch onderzoek bestond uit het beschrijven en documenteren van de profielopbouw van alle profielen die door middel van boringen tot op het pleistocene niveau werden doorgezet. De resultaten kwamen goed overeen met de resultaten uit de oudere nabijgelegen onderzoeken aan de Ligne (2014) en de Odaparking (2009-2010). In het vroeg-holoceen (11.000 - 6400 jaar geleden) hebben zich in het plangebied leemlagen met afwisselend zandlagen afgezet die een daluitspoelingswaaier vormen. Na de actieve periode (vroeg-holoceen) volgende een periode waarin (bijna) geen nieuwe sedimenten werden afgezet. Deze rustige periode (mesolithicum tot vroegneolithicum) maakte bodemvorming mogelijk in de afzettingen van de oude daluitspoelingswaaier. Langzaam ontstond er een bos in het plangebied. Het organisch afval dat zich ophoopte kenmerkt zich nu in de humeuze bodem (oude bosbodem). In het vroeg- en midden-neolithicum (4900 - 2850 v. Chr.) kreeg de naburige Geleenbeek weer grote hoeveelheden water en sediment te verwerken. In putten 3, 10 en 11 werden de bosbodem en onderliggende sedimenten van de daluitspoelingswaaier weggeslagen en later weer opgevuld met beekafzettingen. Dit betekent dat sporen van v??r het vroegneolithicum hier niet meer aanwezig zijn.

De locaties waar de oude bosbodem wel bewaard is gebleven, komt goed overeen met de landschappelijke reconstructies van Archeodienst (Wei?-K?nig et al., 2012). Deze reconstructie uit 2011 behoefde slechts op ??n locatie licht gecorrigeerd worden. In het laat-neolithicum tot de vroege middeleeuwen (2850 v. Chr. - 450 n. Chr.) ging de naburige Geleenbeek langzamer stromen en werden oeverafzettingen gesedimenteerd. Tijdens de vroegemiddeleeuwen (450 - 1050 n. Chr.) was er een relatief korte overstromingsfase waarbij sterk zandige lemen zijn afgezet. Vanaf de volle-middeleeuwen ligt deze overstromingslaag aan het oppervlak waardoor bodemvorming is opgetreden. Ook hebben er activiteiten (zoals ploegen) plaatsgevonden in deze grond waarbij de grond gemengd is geraakt met o.a. steenkool en middeleeuws aardewerk. In subrecente tijd, vermoedelijk in de tweede helft van de 20e eeuw is er grootschalig grond opgebracht om reli?fverschillen te nivelleren. Waarschijnlijk tijdens het bouwrijp maken van het plangebied voorafgaand aan de bouw in de jaren ?60 en waarschijnlijk ook weer tijdens de sloop is daarnaast nog extra puin en bouwmateriaal in de ophogingslagen terecht gekomen.

De 10 proefsleuven hebben in vlak 1 alleen in het westen van het onderzoeksgebied twee greppels uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd opgeleverd, die waarschijnlijk percelen hebben begrensd. In vlakken 2 en 3 zijn vervolgens alleen natuurlijke lagen vastgesteld. Het vondstmateriaal bestond uit ??n scherf uit de IJzertijd, ??n scherf uit de Volle tot Late Middeleeuwen en ??n scherf uit de Late Middeleeuwen. De sporen en vondsten worden niet als vindplaats ge?nterpreteerd maar als off-site verschijnselen beschouwd. Een behoudenswaardige vindplaats is dus niet aangetroffen.

Plan- en onderzoeksgebied kunnen worden vrijgegeven voor ontwikkeling tot op een diepte van 42,30 m +NAP. De diepere niveaus van het plan- en onderzoeksgebied zijn met te kleine dekkingspercentages onderzocht om een uitspraak over de behoudenswaardigheid te kunnen doen. Hier moet een dubbelbestemming archeologie blijven bestaan, omdat zich hier nog waardevolle archeologische resten kunnen bevinden. Aangezien met uitzondering van betonpalen binnen de huidige planontwikkeling geen verdere diepe ingrepen dan de onderzochte gepland zijn, kan het gebied voor de bouw worden vrijgegeven.

Dit rapport geeft uitsluitend (selectie)adviezen. Om deze te laten bekrachtigen in een selectiebesluit kan contact worden opgenomen met de bevoegde overheid, de gemeente Sittard-Geleen (contactpersoon: mevrouw M. Aarts, Marion.Aarts@ sittard-geleen.nl, 046-477 74 56).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zcu-484d
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-3u-nzqc
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:133155
Provenance
Creator Tichelman, G.; Veldhuizen, E.T.A. van; Ruijters, M.H.P.M.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Contributor Vaessen, R.; Paffen, N.; RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Publication Year 2019
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/rtf; dbf/xlsx, GeoJson, shp, pdf, jpg
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.869 LON, 51.002 LAT); Sittard-Geleen