In maart 2009 heeft op het te ontwikkelen plangebied Rhederhof te Rheden een vierdaags Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven plaatsgevonden. Het terrein is middels negen sleuven verspreid over het terrein onderzocht op de aanwezigheid, aard, omvang en datering van archeologische resten. Op basis van de resultaten die tijdens het IVO zijn verkregen, kan het terrein in het verleden twee archeologisch traceerbare perioden van menselijke activiteit heeft gekend: in de centrale noordelijke zone zijn met name resten uit de laat-Romeinse tijd aangetroffen, terwijl in de overige zones deze periode ook vertegenwoordigd is, maar hier in combinatie met de vroege middeleeuwen. Het oostelijk deel van het plangebied is niet onderzocht, aangezien de eventueel daar aanwezige archeologische resten niet bedreigd worden. De archeologische resten worden afgedekt door een 50 tot 90 cm dikke laag verspoeld hellingsmateriaal (colluvium) die op enkele locaties binnen het plangebied een horizont bevat waarop latere bewoning plaatsgevonden zou kunnen hebben. De daadwerkelijke aanwezigheid van dergelijke bewoning is in de proefsleuven echter niet vastgesteld. Opvallend is de vondst van een grote concentratie metaalslakken, mogelijk stammend uit de vroege middeleeuwen. Reeds tijdens het vooraf uitgevoerde booronderzoek was het vermoeden uitgesproken dat de menselijke activiteiten die op het terrein ontplooid werden een rol hebben gespeeld in de ijzerwinning op de Veluwe. Omdat enkele van de aangetroffen slakken nog delen van de ovenwand bevatten, lijkt het dat op korte afstand van de concentratie een ijzeroven gelegen is geweest. Een tweede in het oog springende vondst is een cluster grondsporen dat mogelijk deel heeft uitgemaakt van een structuur als een boerderij. Vondsten die op het erf hiervan werden aangetroffen, dateren de structuur in de laat-Romeinse tijd; een periode waarover relatief weinig bekend is. De resultaten van het IVO leiden tot de conclusie dat een deel van het terrein in aanmerking komt voor definitief archeologisch onderzoek.