Deze man is actief bij de jaarlijkse herdenkingen door veteranen in Wageningen, en heeft een eigen correspondentie in huis met wijlen Prins Bernhard. Zelf was hij in de tweede wereldoorlog nog een tiener, die onrustig werd van de machteloze situatie en steeds aan het zoeken was naar manieren om zich te laten gelden tegen de Duitsers. Om die reden heeft hij ook geruime tijd op onderduikadressen doorgebracht. Op één van die adressen ontmoette hij het meisje waar hij mee zou trouwen. Tijdens de bevrijding was hij een waardevolle hulp voor de Canadezen en daarna kwam hij als oorlogsvrijwilliger te werken bij de mijnen opruimingsdienst. Deze dienst maakte letterlijk gebruik van Duitse krijgsgevangenen voor het gevaarlijkste werk.