Ten noordoosten van Asten wordt in het kader van het project Ruimte voor Ruimte op de locatie Loverbosch, lokaal bekend onder het toponiem ‘Het Liender’, een plan ontwikkeld ten behoeve van woningbouw. Het plangebied Loverbosch wordt aan de oostzijde begrensd door de Koestraat, aan de noordzijde door de Beekerloop, en aan de west- en zuidzijde door de bebouwde kom van Asten. Blijkens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) betreft het hier een gebied met een hoge en middelhoge indicatieve archeologische waarde. In de directe omgeving zijn diverse archeologische vindplaatsen bekend daterend uit het Neolithicum en later. Naar aanleiding van deze gegevens is in opdracht van de ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte cv. door de Grontmij Advies & Techniek b.v. een zogenaamde A.A.I. (Aanvullende Archeologische Inventarisatie) verricht. Deze inventarisatie bestond uit enerzijds een bureaustudie waarin alle relevante gegevens zijn geïnventariseerd, anderzijds uit een terreinonderzoek in de vorm van een visuele terreininspectie en een karterend booronderzoek.

Zoals ook door het booronderzoek is vastgesteld behoord de bodem in het plangebied tot de lage enkeerdgronden met een cultuurdek (esdek) van meer dan 50 cm dikte. De ouderdom van dit esdek kan slechts globaal bepaald worden aan de hand van een beperkt aantal vondsten uit dit esdek. Deze vondsten zijn te dateren in de late 14e/15e eeuw tot heden en zijn waarschijnlijk met de bemesting opgebracht. Alle aangetroffen sporen, met de mogelijke uitzondering van drie greppels (Wp 1;S 7, S 10 en Wp 1; S 11, Wp 2; S 4/5), hangen hoogstwaarschijnlijk direct samen met de vorming van het esdek. Er zijn geen sporen aangetroffen die wijzen op bewoning van het plangebied in enige periode, noch zijn er vondsten gedaan die ouder zijn dan die uit het esdek. De bevindingen van het booronderzoek verricht door de Grontmij Advies & Techniek zijn met deze conclusie niet in tegenspraak. De bij de boringen gedane vondsten uit de periode 1500 - 1900 zijn allen afkomstig uit het esdek. De lagen die in zeven boringen onder het esdek en/of bouwvoor zijn aangetroffen en die volgens de conclusie van het rapport “(kunnen) worden geïnterpreteerd als een mogelijk spoor” maken mogelijk deel uit van een van de vele greppels of spitlagen. De locatie waar in een boring de kaak van een snoek is aangetroffen, is niet nader onderzocht. Het lijkt echter zeer waarschijnlijk, op grond van de resultaten in de aangelegde sleuven, dat deze vondst een natuurlijke oorsprong heeft. Gezien bovenstaande resultaten lijkt het niet nodig maatregelen te treffen ter bescherming van mogelijke archeologische waarden in het plangebied.