Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen in een gebied met hoge en lage kustduinen. In de ondergrond is een strandwal aanwezig die is gevormd tussen 500 voor Chr. en 50 na Chr. De strandwal wordt bedekt met oude duinen. De top van het oude duin- en strandwalzand wordt in het plangebied verwacht op een diepte van 0 à 1,0 m NAP. Dit niveau heeft een hoge archeologische verwachting voor archeologische resten vanaf de periode Midden IJzertijd – vroeg Romeinse tijd tot aan de afdekking met Jong duinzand, voornamelijk in de 13e eeuw. Tot aan het maaiveld is het oude duin- en strandwalzand bedekt met een pakket jong duinzand dat voornamelijk is afgezet in de 13e eeuw. Dit jonge duinzand is in zekere mate af- en vergraven bij de aanleg van het
pompstation. In het Jonge duinzand geldt een lage verwachting voor resten van akkerbouw en losse vondsten.