Veel zeelieden sloten voorafgaand aan hun reis een lening af bij winkeliers en logementhouders in de haven van vertrek. Bij terugkomst werden deze leningen uit het verdiende gage terugbetaald. Dit terugbetalen kon echter even op zich laten wachten en sommige leningen werden niet of slechts gedeeltelijk terugbetaald. In 1856 werd de Amsterdamse waterschout door de Tuchtwet verplicht om alle nog openstaande leningen in zijn stad te registreren. Deze database bevat informatie over de maar liefst 13.708 leningen die hij registreerde.