Gemeenten Cranendonck en Weert. Plangebied FFA Oefenterrein Weerterheide te Weert

BAAC bv heeft een inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied FFA Oefenterrein Weerterheide tussen Weert en Budel. De uitvoering van dit karterende booronderzoek is gebaseerd op de resultaten van een verkennend booronderzoek uitgevoerd door BAAC bv in oktober 2011. Hierbij is aan delen van het toenmalige plangebied een middelhoge tot hoge specifieke verwachting toegekend voor vindplaatsen vanaf het laat-paleolithicum tot de midden-ijzertijd. Op basis van het verkennend booronderzoek is geconcludeerd dat aan het huidige plangebied op zowel landschappelijke als bodemkundige gronden een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit het laat-paleolithicum tot de ijzertijd toegekend kan worden. Daarnaast is geconcludeerd dat een specifiek zeer hoge verwachting op het aantreffen van rituele dumps en jacht- en/of verzamelaarskampementen in en nabij de verstoven vennen binnen het plangebied gerechtvaardigd is. Uit het karterende booronderzoek is gebleken dat de landschappelijke en bodemkundige situatie ter plaatse van het plangebied deze verwachting deels onderbouwd. In grote delen van het plangebied is daadwerkelijk een begraven podzolbodem aangetroffen. Op basis hiervan is een reconstructie gemaakt van het reliëf ten tijde van voor de verstuivingen. Hieruit zijn in potentie relevante locaties gedestilleerd. Er zijn tijdens de boorcampagne geen vennen aangetroffen op de verwachte locaties. Wel is in het noordoostelijke deel van het plangebied een klein begraven ven aangetroffen. Er is echter geboord middels het karterende boorgrid type A1(20x25 m). Dit grid wordt als afdoende beschouwd om steentijd vindplaatsen te kunnen prospecteren. In slechts twee van de 566 boringen zijn tijdens het onderzoek indicatoren aangetroffen die kunnen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats. Het betreft een fragmentje van een vuursteen afslag en enkele spikkeltjes houtskool. Beide waarnemingen bevinden zich in elkaars nabijheid en zijn geïnterpreteerd als behorende tot dezelfde vindplaats. Daarnaast is sprake van een tweetal al bekende waarnemingen die nog intact kunnen zijn. Voor die drie locaties is de hoge verwachting gehandhaafd. In het noordoostelijke deel van het plangebied is een begraven ven aangetroffen. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Desalniettemin is aan dit begraven ven een middelhoge verwachting toegekend op het aantreffen van bijzondere datasets zoals rituele deposities en/of restanten van jacht of visvangst. Dit vanwege de zeer geringe omvang van dergelijke vindplaatsen. Voor het overige deel van het terrein geldt dat, ondanks dat het paleo-reliëf kansrijke zones doet vermoeden, geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen die kunnen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats. Dit terwijl gebruik is gemaakt van een intensief boorgrid dat conform de richtlijnen van de KNA 3.2 als afdoende beschouwd om steentijd vindplaatsen te kunnen prospecteren. Derhalve is de archeologische verwachting naar beneden toe bijgesteld tot een lage verwachting. De gebieden met een middelhoge tot hoge verwachting vallen buiten de zones waar op korte termijn bodem verstorende activiteiten zullen plaatsvinden. Ze bevinden zich echter wel in het ‘Free For All’ gebied waar de bodem voor militaire oefeningen (lokaal) tot 2 m-mv kan worden afgegraven. Er wordt aanbevolen om de relatief kleine gebieden te ontzien en hier geen graafwerkzaamheden toe te staan. Indien dit niet mogelijk is, dienen de gebieden nader te worden onderzocht middels een waarderend booronderzoek, om de horizontale en verticale verspreiding van de vindplaatsen beter in kaart te kunnen brengen. Mogelijk dat ook meer informatie kan worden achterhaald aangaande het complextype en de datering. In het geval van het begraven ven dienen de waarderende boringen in een dermate fijnmazig boorgrid te worden geplaatst dat kleine, aan water gerelateerde vindplaatsen kunnen worden getraceerd. Gezien de aardwetenschappelijke waarde van dergelijke vennen kan worden overwogen om bij een dergelijk nader onderzoek tevens monsters te verzamelen voor pollenanalyse en/of 14C-dateringen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xn9-njey
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-d2-776n
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-xxz-328b
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:155196
Provenance
Creator Putten, M.J. van
Publisher BAAC
Contributor BAAC; Ministerie van Defensie te Tilburg
Publication Year 2019
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/msword; image/jpeg; xls; GIS-bestand
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.619 LON, 51.256 LAT); FFA Oefenterrein Weerterheide; Weert; Limburg