Deze dienstplichtige grenadier zag in de zomer van 1949 vanuit de trein naar de inschepingshaven voor de boot naar Indië de demonstranten die tegen de militaire inzet in Indië waren. Zijn compagnie werd naar Soekaboemi en van daar naar de Poentjak vervoerd. Hier werden de jongens bewapend en begonnen de patrouilles, onder instructie van ervaren militairen. Deze patrouilles waren zeer intensief, met regelmatig vuurgevechten. Deze man droomt daar tot op heden over. Ook was hij getuige van de inrekening van de APRA-strijders die deel hadden genomen aan de coup van Raymond Westerling in 1950.