Sint-Oedenrode. Rooise Zoom

Het plangebied Rooise Zoom bevindt zich op een dekzandvlakte waarin geïsoleerd liggende dekzandruggen voorkomen. In de directe nabijheid van het plangebied, op circa 250 m ten zuiden, loopt de Dommel met het bijbehorende beekdal. Uit de profielen blijkt dat het plangebied oorspronkelijk vermoedelijk lag in een licht golvend terrein, dat in zuidelijk richting opliep naar een kleine dekzandrug langs het beekdal van de Dommel. Aan de hand van het botanisch onderzoek is informatie over het landschap voorhanden. De monsters zijn afkomstig uit een middeleeuwse context en geven informatie over deze periode, maar komen mogelijk voor een deel overeen met eerdere perioden. Het landschap had een open karakter, op de hoger gelegen delen stonden weinig bomen. Een groep elzen bevond zich op circa 200 m van de nederzetting, in een lager gelegen, natter deel van het landschap, waarschijnlijk in het beekdal. Verder zijn in de omgeving stuikheide en grasplanten aanwezig. Een deel van de grasplanten zal op de akkers hebben gestaan. Vanaf de zesde eeuw v.C., in de vroege ijzertijd, was het gebied aan de Rooise Zoom bewoond. De nederzetting die in deze periode verscheen bestond uit twee hoofdgebouwen met een groot aantal spiekers en kuilen. De twee hoofdstructuren bevonden zich op een hoger gelegen gebied binnen het onderzoeksgebied en waren WNW-OZO georiënteerd. Deze plattegronden zijn te vergelijken met huizen die onder andere in Oss-Ussen zijn aangetroffen. De aanwezigheid van spiekers waar gewassen werden opgeslagen en woonstalhuizen waar mensen en dieren onder één dak leefden zijn aanwijzingen dat de bewoners van de nederzetting leefden van akkerbouw en veeteelt. Daarnaast werd een groot aantal kuilen aangetroffen. Een deel van deze sporen is gebruikt als waterkuil of voorraadkuil. Twee opvallende sporen bevonden zich in het zuidwestelijke deel van het onderzoeksgebied. Deze grillig gevormde sporen bestonden uit een natuurlijke depressie en een antropogeen gevormd spoor. In het gegraven spoor werd een grote hoeveelheid handgevormd aardewerk aangetroffen dat als afval vanuit de nederzetting daarin terecht was gekomen. Het is niet met zekerheid vast te stellen of de beide woonstalhuizen gelijktijdig in gebruik zijn geweest of dat de structuren elkaar opvolgden. De aangetroffen huisplattegronden hadden dezelfde oriëntatie en bevonden zich op circa 30 m van elkaar vandaan. De plattegronden zijn verschillend van type, er is echter geen chronologisch verschil tussen de typen Oss-Ussen 2. De nederzetting heeft dus uit twee erven bestaan die gelijktijd in gebruik zijn geweest of uit één erf dat in de loop van de tijd van locatie is veranderd. Nadat de nederzetting uit de vroege ijzertijd is verlaten werd het gebied aan de Rooise Zoom pas in de volle middeleeuwen weer in gebruik genomen als nederzettingsterrein. Uit de tussenliggende perioden wordt wel aardwerk aangetroffen dat duidt op bewoning in de nabije omgeving. De eerste bewoning van de nederzetting uit de volle middeleeuwen verscheen rond 1100. In deze periode beheersten de heren van Rode een territorium dat wel wordt aangeduid als het graafschap Rode. Op het burchtterrein in het centrum van Sint-Oedenrode verschenen in de late elfde eeuw twee grote gebouwen; een veronderstelde residentiële zaal en een gebouw waarin zich woonvertrekken kunnen hebben bevonden. Deze fase tussen 1085 en 1175 wordt gerelateerd aan de graven van Rode. De nederzetting aan de Rooise Zoom werd aangelegd in het gebied waar de heren van Rode al enkele jaren aan de macht waren, op slechts 1,5 km van hun machtscentrum. Het is waarschijnlijk dat de heren van Rode invloed hebben gehad op de aanleg van deze nieuwe nederzetting waarbij de bewoners waarschijnlijk als boeren of horigen aan de burcht verbonden waren. Op deze manier konden de machthebbers kun bezittingen en inkomen in de omgeving verder uitbreiden. De nederzetting uit de volle middeleeuwen is op te delen in vier fasen. In de eerste fase verschijnt erf E centraal in het plangebied, bestaande uit een hoofdgebouw en waterput. Dit erf bevindt zich waarschijnlijk in een 30 m brede zone tussen twee parallel lopende greppels. Rond 1125 werd dit erf vervangen door erf F, dat naast een hoofdgebouw uit een hooimijt bestaat. Vanaf 1175 treden grote veranderingen op, wanneer er een NNO-ZZW georiënteerde weg door het plangebied werd aangelegd. Mogelijk heeft de aanleg van deze weg te maken met een machtswisseling in het gebied. Na 1175 kwam het graafschap Rode namelijk in bezit van de graven van Gelre. De burcht in het centrum van Sint-Oedenrode werd ingrijpend verbouwd en mogelijk werden ook de omliggende gebieden heringericht. Langs de weg verschenen drie omgreppelde erven (erf A, B en C) met woonstalhuizen, bijgebouwen en een waterput. Ook buiten de erven waren schuren, spiekers, kuilen en een waterput aanwezig. De bewoners van deze nederzetting leefden van de akkerbouw en veeteelt. Binnen de nederzetting zelf waren waarschijnlijk moestuinen aanwezig en daarnaast werd uit de natuurlijke omgeving bramen, vlierbessen en bilzekruid verzameld. Verder zijn er aanwijzingen dat er ambachtelijke activiteiten hebben plaatsgevonden. De aanwezigheid van botmateriaal van schaap (of geit) en een spinsteen zijn aanwijzingen dat er binnen de nederzetting wol werd verwerkt. De aanwezigheid van metaalslakken is een aanwijzing voor ijzerproductie. Er zijn echter geen sporen aangetroffen die direct in verband kunnen worden gebracht met ambachtelijke activiteiten. Ten slotte begon vanaf circa 1200 de vierde en laatste fase van de nederzetting, in het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied verscheen erf D. Dit erf bestond alleen uit een hoofdgebouw, bijgebouwen of een waterput zouden buiten het onderzoeksgebied aanwezig kunnen zijn geweest. Binnen erf A treden in deze fase enkele veranderingen op. Het erf werd in oostelijke richting vergroot door de erfgreppel circa 5 m te verplaatsen. Ten noordoosten van de huisplattegrond verscheen een nieuw bijgebouw, dat het oudere bijgebouw, aan de zuidwestzijde van het hoofdgebouw, waarschijnlijk heeft vervangen. De invloed van het burchtterrein wordt vooral duidelijk wanneer er naar de fasering van de nederzetting wordt gekeken. In de eerste fase van de nederzetting waren de heren van Rode al aan de macht. Vanaf 1175 gaat het gebied over in de handen van de graven van Gelre. Op dat moment wordt de nederzetting, maar ook het burchtterrein, heringericht. De machtsovername heeft een directe invloed gehad op de inrichting van het nederzettingsterrein aan de Rooise Zoom. Maar ondanks de aanwezigheid van het machtscentrum in de directe omgeving was de nederzetting aan de Rooise Zoom waarschijnlijk een gewone agrarische nederzetting waarvan de bewoners boeren waren. Er zijn wel enkele bijzondere vondsten aangetroffen die ook op het burchtterrein voorkwamen; een fragment van een mondstuk van een pelgrimshoorn, een rammelaar en twee kleine potjes van Andenne/Maasvallei-aardewerk. Het gehele nederzettingsterrein werd in de loop van dertiende eeuw in gebruik genomen als akkerland. Rond deze periode, in 1231 kwam het graafschap in bezit van de hertog van Brabant, Hendrik I. Ook andere nederzettingen in Sint-Oedenrode en Houthem werden tegen het einde van de dertiende eeuw verlaten. De sporen van na deze periode bestonden uit agrarische sporen, zoals moesbedden en erfgreppels. Een groot deel van de greppels komt overeen met de erfgrenzen zoals die te zien zijn op het minuutplan uit begin negentiende eeuw. Hierop is ook een greppel (structuur 160) zichtbaar die een opvallende knik maakt en waar bij de opgraving een rij palen langs werd aangetroffen. Mogelijk is hier sprake van een landweer. Landweren zijn lange lijnvormige aarden verdedigingswerken die bestonden uit een aarden wal, soms versterkt door een sloot of greppel aan een of twee kanten van de wal. In Sint-Oedenrode zijn geen beschrijvingen bekend van landweren, maar gedurende de Gelderse en later de 80-jarige oorlog heeft Sint-Oedenrode zwaar te leiden gehad van oorlogshandelingen. Het is daarom goed mogelijk dat hier inderdaad sprake is van een sloot die langs een aarden wal van een landweer heeft gelopen. Ook na het in onbruik raken van de landweer bleef het verloop ervan in de percelering zichtbaar.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zgs-3xwt
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-t0-3mt9
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:112402
Provenance
Creator Mostert, M.
Publisher BAAC bv
Contributor Peters, S.; Kooi, M.; Boer, E. de; Dyselinck, T.; Daalen, S. van; Haaster, H. van; Cavallo, C.; BAAC bv; Hendriks Bouw en Ontwikkeling
Publication Year 2018
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/tiff; application/msword; image/jpeg; excel / xls
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.473W, 51.569S, 5.477E, 51.571N); Rooise Zoom; Sint-Oedenrode; Gemeente Sint-Oedenrode; Noord-Brabant