De geinterviewde moest in 1954 opkomen in de Prins Hendrikkazerne. Hij vertelt over zijn keuze voor de Koninklijke Luchtmacht en over de opleiding. De geïnterviewde meldde zich aan als oorlogsvrijwilliger voor Nieuw Guinea. Hij beschrijft de heenreis op de Keerkring, het voedsel, de sfeer, de activiteiten voor ontspanning. Dit schip werd bij aankomst ook zijn legeringschip. Hij vertelt over zijn indrukken bij aankomst en hoe hij een toestel van de marine zag verongelukken. Naast vliegen deed de geïnterviewde ook andere werkzaamheden. Hij deed gevaarlijk werk, waar hij mogelijk gezondheidsklachten aan heeft overgehouden. Hij vertelt over de lokale bevolking en over het contact met thuis. Hij is niet positief over de politieke situatie in Nieuw-Guinea. Na terugkeer in Nederland moest hij aan het bestaan hier weer wennen. Hij betreurt het dat hij niet op formele wijze een onderscheiding heeft ontvangen. De geinterveiwde is betrokken bij veteranenactiviteiten en is trots op zijn veteranenstatus.