RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in het voorjaar van 2008 een archeologische begeleiding uitgevoerd in verband met de realisatie van natuurvriendelijke oevers in het plangebied de Kolk van Dussen in de gemeenten Opmeer en Medemblik.
Tijdens de archeologische begeleiding zijn slechts 5 laat-middeleeuwse archeologische grondsporen aangetroffen. Alle grondsporen zijn geïnterpreteerd als daliegaten en bevinden zich in het westelijke deel van het onderzoeksgebied. De daliegaten bevonden zich in een zone met een lage archeologische verwachting. Ze zijn ingegraven vanuit het veen en hebben geen relatie met de in het booronderzoek waargenomen vegetatiehorizonten. De verwachting was dat deze vegetatiehorizonten vindplaatsen uit de Prehistorie zouden afdekken.
Het onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van waardevolle prehistorische archeologische resten in het onderzoeksgebied. Dit was ook niet voorzien. Het booronderzoek had wel een vegetatiehorizont aan het licht gebracht, maar hierin zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Het ontbreken van archeologische indicatoren in een dergelijke vegetatiehorizont sluit een nederzetting uit het Laat Neolithicum uit. Dit geldt niet voor nederzettingsresten uit de Bronstijd, die over het algemeen een veel diffuser beeld geven in booronderzoek en daardoor door middel van booronderzoek nauwelijks zijn op te sporen.
De aangetroffen daliegaten komen zeer algemeen voor in West-Friesland. Indien gewenst kan het monster, dat genomen is uit één van de daliegaten, worden geanalyseerd.