De geïnterviewde vertelt hoe hij als kind de aanval van Japan op Indië meemaakte en de aanloop hiernaartoe. Hij vertelt over de luchtaanvallen op Bandoeng en hoe spannend hij dat vond. Het leven werd moeilijker toen zijn vader krijgsgevangene werd gemaakt. De geïnterviewde schetst een beeld van zijn leven tijdens de bezetting en vertelt over zijn ervaringen van de bersiaptijd. De anti-Nederlandse houding nam toe. In 1946 gaat de geïnterviewde naar Nederland, waar hij erg moet wennen aan de cultuur en de heersende discriminatie jegens Indonesiërs.