De Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) heeft op 10 oktober 2013 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd in de zuidwesthoek van een akker gelegen ten zuidwesten van de kruising van de Colijnsplaatseweg en de Noordlangeweg in Colijnsplaat.
Aanleiding voor dit onderzoek was de vondst van veertien zilveren munten in een zone van circa 10 m2, in de omgeving waarvan op luchtfoto’s aanwijzingen voor bewoning zichtbaar zijn. Om in het gemeentelijk archeologiebeleid op een afdoende manier rekening te kunnen houden met deze vindplaats is na de registratie van de munten besloten een archeologisch inventariserend en waarderend onderzoek uit te voeren door middel van de aanleg van enkele proefsleuven. Het doel hierbij was het achterhalen van de archeologische context, het controleren van de vondstregistratie en het veiligstellen van eventueel nog aanwezige munten.
De resultaten van het onderzoek maken duidelijk dat het terrein aan de Colijnsplaatseweg-Noordlangeweg al in gebruik is geweest in de 14e eeuw. Het is uit dit onderzoek niet duidelijk geworden wat de aard van het gebruik is geweest, of er in die periode al sprake is van (stenen) bebouwing en of er mogelijk sprake is van nog oudere bewoningsfasen.
In tegenstelling tot de eerste fase is er op de overgang van de 15 naar de 16e eeuw zeker sprake van bewoning en een gebouw met een stenen fundament. Daarnaast bestaan ook sterke aanwijzingen dat dit gebouw op een terrein gestaan heeft dat met een gracht omgeven is geweest. Hoe groot dit gebouw is geweest en of het bij een groter complex hoorde, is op basis van de resultaten van dit onderzoek niet uit te maken. In of in de buurt van dit complex is aan het begin van de 16e eeuw een kleine muntschat in de bodem geraakt. Zeer waarschijnlijk is bij de de overstroming van Noord Beveland in 1530 het gebouw verdwenen en de locatie van de muntschat verloren gegaan.